Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Diakonessenhuis/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland, 24 juni 2011
ECLI:NL:RBUTR:2011:BR0004

Stichting Diakonessenhuis/werknemer

Kantonrechter ontbindt op termijn zodat werknemer aanspraak heeft op inkomenssuppletie tot pensioengerechtigde leeftijd

Werknemer, bijna 60 jaar oud, is op 1 oktober 1999 in dienst van Diakonessenhuis getreden. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Ziekenhuizen van toepassing. Tevens is in de arbeidsverhouding tussen partijen van toepassing de regeling 'Afspraken over de sociale gevolgen voor medewerkers bij functiewijzigingen of het vervallen van functies, als gevolg van organisatieveranderingen', versie 15 augustus 2007. Na een wijziging in de financiering en gewenste bezuinigingen zijn de werkzaamheden van werkgever aanzienlijk afgenomen. Na herhaaldelijke correspondentie en gesprekken dient Diakonessenhuis een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in. Partijen gaan ervan uit dat werknemer aanspraak heeft op toepassing van de in de cao opgenomen wachtgeldregeling. Indien werknemer wordt ontslagen nadat hij de 60-jarige leeftijd heeft bereikt, wordt deze wachtgeldregeling gegarandeerd tot de pensioengerechtigde leeftijd. Diakonessenhuis verzoekt evenwel ontbinding per onmiddellijke ingang (zodat de suppletie tot aan het pensioen niet hoeft plaats te vinden).

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan Diakonessenhuis komt een zekere mate van beleidsvrijheid toe ten aanzien van de wijze waarop zij de reorganisatie vorm geeft. De bezwaren die werknemer in dit verband in algemene zin heeft ingebracht treffen dan ook geen doel. De kantonrechter gaat ervan uit dat Diakonessenhuis geen mogelijkheden heeft voor herplaatsing in een andere functie binnen de eigen organisatie. Dit aspect is derhalve geen grond voor afwijzing van het verzoek van Diakonessenhuis de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Uit het voorgaande volgt dat er sprake is van zodanig gewijzigde omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of op korte termijn behoort te eindigen. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen bestaande uit veranderingen in de omstandigheden als bedoeld in artikel 7:685 lid 2 BW wordt toegewezen. Partijen verschillen van mening over de datum waarop de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Werkgever wenst ontbinding voor de datum dat werknemer de leeftijd van 60 jaren bereikt, werknemer wenst een datum hierna zodat hij aanspraak heeft op de ingevolge de cao verlengde wachtgeldregeling. De omstandigheden rechtvaardigen op zichzelf niet dat de arbeidsovereenkomst 'dadelijk' wordt beƫindigd. Zonder bijkomende omstandigheden ligt in dit geval een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op 1 juli 2011 voor de hand. De kantonrechter heeft geen grond om een eerdere ontbindingsdatum te hanteren dan 1 juli 2011.