Naar boven ↑

Rechtspraak

Mega Carbon Constructions/werknemer
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26 juli 2011
ECLI:NL:GHARN:2011:BR4945

Mega Carbon Constructions/werknemer

Werknemer treedt in dienst van nieuwe vennootschap welke nauwe verbondenheid met de oude werkgever vertoont. Opvolgend werkgeverschap en Ragetlie-regel

Werknemer is op 1 december 2006 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij MAS op basis van een arbeidsovereenkomst voor drie maanden. Deze arbeidsovereenkomst is tweemaal stilzwijgend verlengd. Op 1 augustus 2007 hebben MAS en werknemer een nieuwe – schriftelijke – arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gesloten voor de periode tot 1 maart 2008. Vervolgens hebben werknemer en Mega Carbon Constructions (MCC) op 1 maart 2008 een arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar ondertekend. Werknemer stelt zich op het standpunt dat MCC als 'opvolgend werkgever' kan worden beschouwd van MAS, zodat deze arbeidsovereenkomst niet van rechtswege eindigt, maar voorafgaande opzegging behoeft. Hij doet daartoe een beroep op artikel 7:668a lid 2 BW.

Het hof oordeelt als volgt. Anders dan waar partijen in hun debat van uitgaan wordt de vraag of de arbeidsovereenkomst met MCC van rechtswege op 1 maart 2009 eindigt danwel dat daarvoor een opzegging nodig is, niet beheerst door artikel 7:668a lid 2 BW, maar door artikel 7:667 lid 4 en lid 5 BW. In het kader van artikel 7:667 lid 5 BW moet worden beoordeeld of sprake is van een voortgezette arbeidsovereenkomst in die zin dat MCC redelijkerwijze geacht moet worden ten aanzien van de door werknemer verrichte arbeid de opvolger van MAS te zijn. Hiervan is alleen dan sprake indien de arbeidsovereenkomst met MCC qua inhoud en arbeidsvoorwaarden niet wezenlijk verschilt van de voorafgaande arbeidsovereenkomst met MAS. Gesteld noch gebleken is dat op het punt van de arbeidsvoorwaarden er een wezenlijk verschil is tussen de arbeidsovereenkomsten met MAS respectievelijk MCC. Partijen verschillen over de door werknemer verrichte werkzaamheden. De schriftelijke arbeidsovereenkomsten met MAS en MCC zijn steeds ondertekend door de heer X, directeur van MAS en MCC. Zij zijn beide gevestigd in hetzelfde gebouw, maken gebruik van dezelfde werkplaats, hebben dezelfde directie en maken gebruik van hetzelfde boekhoudkantoor. In juli 2008, toen werknemer in dienst was van MCC, is het vakantiegeld aan werknemer betaald door MAS. Hieruit volgt dat er feitelijk een nauwe band is tussen MAS en MCC. Het hof is van oordeel dat de werkzaamheden in de werkplaats voor MAS en MCC worden gekenmerkt door handmatig te verrichten technisch werk met metaal en dus niet zodanig verschilden. De werkzaamheden liggen in eenzelfde sfeer en hebben ook betrekking op producten die rond podia en uitvoeringen worden gebruikt. Zowel bij MAS als bij MCC verrichtte werknemer ook werk op locatie.

Volgt aanhouding van de zaak voor het leveren van tegenbewijs door MCC.