Naar boven ↑

Rechtspraak

Q/SFA
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 11 augustus 2011
ECLI:NL:RBGRO:2011:BT1914

Q/SFA

Relatieve onbevoegdheid. Indien er geen gebied binnen een kanton is waar de werkzaamheden gewoonlijk worden verricht, is volgens de wettelijke hoofdregel de plaats van vestiging van werkgever beslissend

Q is werkzaam als accountmanager bij SFA Benelux B.V. (hierna: SFA). Q heeft bij dagvaarding een vordering tegen SFA ingesteld. SFA heeft zich beroepen op de relatieve onbevoegdheid van de Kantonrechter Groningen. Volgens SFA doet Q ten onrechte een beroep op artikel 100 Rv, dat bepaalt dat in zaken betreffende een individuele arbeidsovereenkomst mede bevoegd is de rechter van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt of laatstelijk gewoonlijk werd verricht. Volgens SFA moet de term 'gewoonlijk' worden gelezen als 'hoofdzakelijk' en niet als 'regelmatig'. Omdat de werkzaamheden niet gewoonlijk c.q. hoofdzakelijk in Groningen zijn verricht, is de Kantonrechter Groningen onbevoegd, aldus SFA.

De kantonrechter stelt SFA in het gelijk. Tussen partijen is niet in geschil dat de arbeid van Q zich naar haar aard over meerdere kantons heeft uitgestrekt, namelijk in Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en een deel van Gelderland. Aan de term 'gewoonlijk' moet de betekenis van 'hoofdzakelijk' worden toegekend (zie HR 18 juni 1920, NJ 1920, p. 802-804 en Ktr. Utrecht 20 april 1995, JAR 1995/105). Niet van belang is of de arbeid elders wordt verricht. Wanneer geen enkel kanton kan worden aangewezen waar de arbeid hoofdzakelijk wordt verricht, kan ook niet worden gesproken van een kantonrechter binnen wiens rechtsgebied de arbeid gewoonlijk wordt verricht. Nu gesteld noch gebleken is dat de werkzaamheden van Q binnen het gebied van één kanton hoofdzakelijk hebben plaatsgevonden, dient te worden teruggevallen op de wettelijke hoofdregel van artikel 99 Rv. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat hij onbevoegd is om van het geschil kennis te nemen. Ingevolge het bepaalde in de artikelen 110 lid 2 jo. 74 Rv wordt de zaak verwezen naar de kantonrechter te Roermond, zijnde de bevoegde rechter gezien de plaats van vestiging van SFA.