Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/E-Office
Rechtbank Midden-Nederland, 30 september 2011
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT8508

werknemer/E-Office

Ondanks bedrijfseconomische redenen voor bezuinigingen is noodzaak voor verval van de functie van HR-manager onvoldoende aannemelijk gemaakt. Vergoeding C=2

Werknemer is sinds 2000 in dienst van E-Office. Zijn functie wordt aangeduid met 'HR-manager' en hij is lid van het managementteam. De door E-Office op 1 februari 2011 aangevraagde ontslagvergunning heeft UWV WERKbedrijf geweigerd omdat, hoewel er bedrijfseconomische redenen zijn om te besparen, onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat juist de functie van werknemer dient te vervallen. In maart 2011 heeft werknemer zich ziek gemeld, waarna de bedrijfsarts heeft geconstateerd dat de ziekmelding arbeidsgerelateerd is. Thans verzoeken E-Office en werknemer ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu werknemer zelf om ontbinding verzoekt, staat het opzegverbod tijdens ziekte niet aan de ontbinding in de weg. E-Office heeft de noodzaak van bezuinigingen wegens bedrijfseconomische redenen voldoende aannemelijk gemaakt. Hiermee is echter nog niet gegeven dat het ontslag van werknemer gerechtvaardigd is. De daadwerkelijke reden voor het verval van de functie van HR-medewerker is namelijk dat de HR-zaken niet efficiënt zijn geregeld. Niet gebleken is dat er een serieus onderzoek is geweest naar de taken van werknemer, wat die inhouden, welke deskundigheid de uitvoering daarvan vraagt en welk tijdbeslag ermee is gemoeid. Aan het onderzoek door het Hoofd Office, waarmee werknemer op gespannen voet is komen te staan, wordt weinig waarde gehecht met name omdat geen inzicht in de onderzoekswijze is gegeven en er vraagtekens bij de uitkomsten te plaatsen zijn. De noodzaak tot het opheffen van de functie van werknemer is derhalve onvoldoende aannemelijk gemaakt. Omdat beide partijen ontbinding van de arbeidsovereenkomst wensen, zal de verzochte ontbinding worden uitgesproken. De ontbinding is aan E-Office te wijten. E-Office heeft zonder de beslissing van UWV WERKbedrijf af te wachten de functie van werknemer per direct en zonder overleg met werknemer laten vervallen. Nadat werknemer zich als gevolg van het arbeidsconflict heeft ziek gemeld, heeft E-Office ten onrechte niet meegewerkt aan re-integratie. Ook is E-Office al eerder onzorgvuldig met de belangen van werknemer omgegaan, nadat kritiek was geuit op het functioneren van werknemer. Er wordt een vergoeding met C-factor 2 toegekend (€ 189.486). De financiële positie van E-Office staat, gelet op het eigen vermogen, aan het betalen van deze vergoeding niet in de weg. Werknemer heeft verzocht ook de certificatenregeling bij de vergoeding te betrekken. De toe te kennen vergoeding wordt derhalve vastgesteld op € 195.000.