werkgeefster/werknemer

Werknemer is sinds 1 december 2010 voor onbepaalde tijd in dienst in de functie van Sales Director Scheepvaart. Na een reorganisatie in maart 2011 is zijn functie komen te vervallen, waarna hem (onder dezelfde voorwaarden) de nieuwe functie Sales Manager Shipbuilding is aangeboden. Werknemer heeft deze functie geweigerd vanwege de verschillen in rapporteren ten opzichte van de oude functie. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst, aangezien er geen passende functie voor werknemer is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen zijn het erover eens dat de arbeidsovereenkomst beëindigd dient te worden, zodat tot ontbinding zal worden overgegaan. Over de vergoeding verschillen partijen van mening. Aan de hand van het arrest Stoof/Mammoet (HR 11 juli 2008, JAR 2008/204) dient beoordeeld te worden of werknemer de aangeboden functie redelijkerwijs had moeten aanvaarden.

Aangenomen moet worden dat er sprake was van een wijziging van omstandigheden waarin werkgeefster als goed werkgeefster aanleiding heeft kunnen vinden om aan werknemer een voorstel tot wijziging van zijn arbeidsvoorwaarden te doen. Op zich genomen is in het kader van de reorganisatie het voorstel in concreto aan werknemer redelijk, ook al hield dat voorstel een veel ingrijpender wijziging van zijn functie in dan werkgeefster het in deze procedure probeert te doen voorkomen. Aanvaarding van het voorstel kan echter in redelijkheid niet van werknemer worden gevergd. De nieuwe functie hield in dat zijn oude functie werd uitgekleed en zijn plaats in de hiërarchie van het bedrijf aanzienlijk verlaagd werd. Daar stond weliswaar tegenover dat de financiële voorwaarden van het arbeidscontract ongewijzigd bleven, maar dat laat onverlet dat werknemer via een headhunter door werkgeefster aangetrokken was om een stap in zijn carrière te maken die bij aanvaarding van de nieuwe functie ongedaan gemaakt zou zijn. Werknemer wordt een vergoeding van € 60.000 toegekend.