Rechtspraak
werknemer/Heiploeg
Vervolg tussenvonnis. Werknemer stelt schade in de uitoefening van zijn werkzaamheden bij Heiploeg te hebben geleden als gevolg van het stoten van zijn hoofd tegen een roldeur. Hij heeft Heiploeg (en VOF Bleijenberg in de vrijwaringszaak) aansprakelijk gesteld voor de schade, onder meer bestaande uit concentratie- en geheugenstoornissen. Diverse getuigen, namelijk de vroegere echtgenoot en zwager van werknemer, zijn stiefzoon en zijn voormalig leidinggevende hebben een verklaring afgelegd over het gestelde ongeval.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De verklaringen van de getuigen, in onderlinge samenhang beschouwd, leveren onvoldoende bewijs op van de stelling dat werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade heeft geleden. Uit de verschillende verklaringen kan worden afgeleid dat geen van de getuigen heeft gezien wat er is gebeurd. De in het geding gebrachte medische informatie is van dien aard dat daaruit geen direct causaal verband tussen de klachten van werknemer en een eventuele aanraking met een roldeur afgeleid kan worden. Volgt afwijzing van de vorderingen in de hoofdzaak en de vrijwaringszaak.