Rechtspraak
werknemer/Ecostar BVRechtbank Noord-Nederland, 4 november 2011
werknemer/Ecostar BV
Na procedures over een concurrentiebeding bij de kantonrechter en het hof, is werknemer onder meer veroordeeld aan Ecostar opgave te doen van gegevens van de door hem voor 1 september 2011 bezochte potentiƫle klanten van Ecostar en een overzicht te verstrekken van voor 1 september 2011 aan die klanten door hem verstrekte offertes en facturen (zie AR 2011-0521 en AR 2011-0844). Ecostar heeft vastgesteld dat werknemer niet aan de veroordeling heeft voldaan en dwangsommen zijn verbeurd. In het onderhavige executiegeschil vordert werknemer de executie van de dwangsommen naar aanleiding van het vonnis te staken.
De voorzieningenrechter oordeelt dat werknemer onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij het vonnis is nagekomen. Ecostar heeft ter onderbouwing rapporten van een recherchebureau en diverse verklaringen van klanten overgelegd. De stelling dat aan het rapport van het recherchebureau beperkte waarde toekomt wordt niet gevolgd, nu een enkele in het rapport opgenomen, maar werknemer heeft gesteld, onjuiste verklaring nog niet maakt dat het gehele rapport ondeugdelijk is. Voor zover werknemer stelt dat het vonnis van de kantonrechter berust op een kennelijke of feitelijke vergissing, wordt hij hierin niet gevolgd. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter immers voor het grootste deel in stand gelaten en enkel de termijn van 1 januari 2012 verkort naar 1 september 2011. Dat er voor werknemer een (financiƫle) noodtoestand zal ontstaan als de tenuitvoerlegging van het vonnis niet wordt gestaakt of geschorst, is onvoldoende gebleken. Werknemer heeft zelf bewerkstelligd dat er dwangsommen zijn verbeurd. Volgt afwijzing van de vordering.