Rechtspraak
werkgeefster/werknemer
Werknemer is sinds 1989 in dienst van werkgeefster, laatstelijk in de functie van Medewerker Guest Relations. Besloten is om het kantoor waar werknemer werkzaam is te sluiten, als gevolg waarvan zijn functie is komen te vervallen. Op de reorganisatie is een sociaal plan uit 2003 van toepassing, dat tot stand is gekomen met representatieve vakbonden. Werkgeefster heeft werknemer een vaststellingsovereenkomst voorgelegd, waarbij in afwijking van het sociaal plan een 'aftoppingsregeling' wordt toegepast. Werknemer heeft niet met de vaststellingsovereenkomst ingestemd. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verandering in omstandigheden onder toekenning van een vergoeding waarbij de aftoppingsregeling wordt toegepast.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op basis van vaste jurisprudentie dient een sociaal plan conform de cao-norm te worden uitgelegd. Dit betekent dat in beginsel dient te worden aangesloten bij de letterlijke tekst van het plan en eventueel de daarbij horende toelichting. De stelling van werkgeefster dat (daarom) moet worden aangesloten bij de bedoelingen van partijen en dat – als gevolg daarvan – moet worden geoordeeld dat de bedoeling van het sociaal plan is geweest dat werknemers die met een ontslag worden geconfronteerd niet in een betere positie kunnen worden gebracht dan wanneer zij zouden blijven werken, wordt niet gevolgd. Er zijn weliswaar mogelijkheden voor afwijking van een sociaal plan, zoals opgenomen in dit sociaal plan onder artikel 1.3 en in Aanbeveling 3.6, maar deze verwijzen naar een onbillijke situatie dan wel een evident onbillijke uitkomst voor de betrokken werknemer en de mogelijkheid tot afwijking ten gunste van deze werknemer. In het onderhavige geval bestaat geen aanleiding het beroep op de redelijkheid en billijkheid te honoreren. De enkele omstandigheid dat de hoogte van de vergoeding conform het sociaal plan in bepaalde gevallen de bedoeling van werkgeefster ten aanzien van het sociaal plan overstijgt en daarmee voorbij gaat aan de aanbevelingen zoals die zijn gedaan door de kring van kantonrechters, is onvoldoende om afwijking van een sociaal plan (overeengekomen met representatieve vakbonden) ten nadele van de werknemer te rechtvaardigen. Er wordt een vergoeding conform het sociaal plan (exclusief aftoppingsregeling) van € 99.224,58 bruto toegekend.