Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/B:G Nederland BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 29 november 2011
ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6411

werkneemster/B:G Nederland BV

Collectief reorganisatieontslag. Ontslag 37-jarige parttime administratieve medewerkster zonder vergoeding niet kennelijk onredelijk. Onevenredigheid van ontslag niet aangetoond. Habe nichts-verweer werkgever

Werkneemster (39 jaar) is op 7 maart 1991 bij B:G in dienst getreden. Zij was laatstelijk 20 uren per week werkzaam in de functie van administratief medewerkster (afdeling Planning en inkoop) tegen een salaris van € 1.143,50 bruto per maand. B:G maakt onderdeel uit van de Best Fencing Group. B:G fabriceert, levert en monteert hekwerken. In de loop van 2009 is B:G gaan herstructureren en zich gaan omvormen tot een project- en serviceorganisatie die is gericht op de productie van maatwerkhekwerken en terreinbeveiliging. B:G heeft op 20 juli 2009 een aanvraag ingediend bij UWV WERKbedrijf voor een vergunning voor het (collectief) ontslag van werkneemster en 50 andere werknemers (van de totaal circa 150 werknemers) op grond van bedrijfseconomische en organisatorische redenen. Na daartoe van UWV WERKbedrijf op 27 augustus 2009 verkregen toestemming heeft B:G werkneemster ontslag aangezegd tegen 1 december 2009. Het 'Sociaal Plan Reorganisatie 2009 B:G Nederland B.V.' (waarover geen overeenstemming is met de bonden en/of de OR vanwege het ontbreken van mogelijkheden bij B:G tot het verstrekken van financiële tegemoetkomingen) bevat een regeling ter begeleiding van de ontslagen werknemers van werk naar werk, onder meer door middel van het bieden van hulp bij het solliciteren, het bewerkstellingen van ondersteuning door de Metaalunie en het doorsturen van passende externe vacatures. Verder bevat het sociaal plan een vroegvertrekregeling inhoudend dat de werknemer bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden tegen 1 augustus 2009 een (kleine) suppletie ontvangt op het salaris bij een nieuwe werkgever dan wel op een uitkering en indien noodzakelijk een bedrag ter compensatie van de fictieve opzegtermijn. De kantonrechter heeft het ontslag niet kennelijk onredelijk geoordeeld. Gelet op haar jonge leeftijd en haar ruime administratieve werkervaring valt volgens de kantonrechter niet in te zien dat werkneemster moeilijker bemiddelbaar zou zijn op de arbeidsmarkt dan een gemiddelde werknemer. Werkneemster had haar kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten door de hulp van B:G te accepteren bij het vinden van een nieuwe baan. Van dat aanbod heeft werkneemster geen gebruik gemaakt. Tegen dit oordeel keert werkneemster zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Hoewel aangenomen moet worden dat aan werkneemster inderdaad geen opleidingsmogelijkheden door B:G zijn aangeboden, blijft het voor rekening van werkneemster dat zij geen vervolgopleiding heeft genoten vanwege het feit dat zij direct na het voortgezet onderwijs bij B:G is gaan werken. Het argument dat werkneemster zich bij B:G niet heeft kunnen specialiseren kan zonder nadere toelichting, die ontbreekt, geen doel treffen. Het feit dat zij verschillende functies heeft uitgeoefend zou evengoed in haar voordeel kunnen zijn. Het feit dat werkneemster alleen een parttime functie wenst te bekleden zegt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, evenmin iets over haar kansen op de arbeidsmarkt, nu immers ook parttime (administratieve) banen worden aangeboden. Gezien de jonge leeftijd van werkneemster en haar ruime werkervaring, ook al is deze opgebouwd bij één werkgever, ziet het hof met de kantonrechter geen aanleiding om te veronderstellen dat werkneemster moeilijker bemiddelbaar zou zijn op de arbeidsmarkt dan een gemiddelde werknemer en evenmin dat zij qua hoogte van het salaris in een nieuwe baan zou moeten inleveren. Het feit dat B:G geen ontslagvergoeding heeft aangeboden bij het ontslag van werkneemster kan evenmin tot kennelijke onredelijkheid leiden, nu B:G overtuigend heeft aangetoond dat er sprake was van een 'habe nichts'-situatie.