Start People BV en Ge-Ru BV c.s./werknemer

In het tussenarrest van 22 december 2009 heeft het hof overwogen dat wanneer werknemer, zoals Start c.s. stellen, niet was aangesteld om de sloopwerkzaamheden te verrichten waarmee hij ten tijde van het ongeval bezig was, die werkzaamheden ook niet in het verlengde van het eigen werk van werknemer lagen, werknemer voor zijn eigen werk geen rolsteiger nodig had en hij uitdrukkelijk was geïnstrueerd om zich te beperken tot schoonmaakwerk, niet zijnde sloopwerkzaamheden, op Start c.s. niet de verplichting rustte om werknemer te instrueren ten aanzien van het verrichten van sloopwerkzaamheden op een rolsteiger. Het hof heeft verder overwogen dat in dat geval in het midden kan blijven of de rolsteiger aan de daaraan te stellen veiligheidseisen voldeed, omdat Start c.s. er dan geen rekening mee hoefden te houden dat werknemer de steiger zou gaan gebruiken. Start c.s. hebben een bewijsopdracht gekregen.

Het hof oordeelt als volgt. Uit de getuigenverklaring volgt dat zowel het verhaal van werknemer als dat van Start c.s. wordt gestaafd. Nu het verhaal van werknemer niet als ongeloofwaardig kan worden aangemerkt acht het hof Start c.s. niet geslaagd in hun bewijsopdracht. Dit betekent dat Start c.s. aansprakelijk zijn voor de schade van werknemer. In dit verband overweegt het hof dat niet ter discussie staat dat werknemer niet geïnstrueerd was over het gebruik van de steiger. Bovendien heeft getuige 1 verklaard dat de steiger die werknemer gebruikte, een kamerrolsteiger, niet geschikt is voor het verrichten van sloopwerk. Dat de steiger aan de veiligheidseisen voor een steiger voldoet, betekent dan ook niet dat Start c.s. ten aanzien van het gebruik van de steiger door werknemer aan hun verplichtingen hebben voldaan.