Naar boven ↑

Rechtspraak

ABN AMRO Bank NV/werknemer
Gerechtshof Amsterdam, 8 november 2011
ECLI:NL:GHAMS:2011:BU8204

ABN AMRO Bank NV/werknemer

Het meermalen gebruiken van een hostpas door een bankmedewerker voor eigen nut levert geen dringende reden voor ontslag op, ondanks uitdrukkellijke bedrijfsinstructies ABN AMRO

Werknemer is op 4 februari 1979 in dienst getreden van ABN AMRO. In de zomer van 2008 werkte hij als klant-/verkoopadviseur op een filiaal te Alkmaar. Werknemer heeft al geruime tijd (20 jaar) de beschikking over een zogenaamde hostpas, een pas die alleen gebruikt mag worden voor proefopnames bij de geldautomaat of om in voorkomende gevallen geld op te nemen voor klanten. Werknemer was van deze regel op de hoogte, evenals van het feit dat ABN AMRO strikte naleving van de werkinstructies wenst en daarop toeziet. De pincode van de hostpas is gelijk aan de eigen pas van werknemer. Werknemer heeft op 11 juli 2008 voor zichzelf een bedrag van € 40 opgenomen met de hostpas. Dit bedrag heeft hij enkele dagen later, toen een collega hem op de desbetreffende afschrijving van de hostrekening wees, teruggestort. Op vrijdagavond 22 augustus 2008 heeft werknemer met gebruik van de hostpas een bedrag van € 20 voor zichzelf opgenomen om een parkeergarage te kunnen betalen. Op 27 augustus is werknemer op staande voet ontslagen wegens het gebruiken van de hostpas voor eigen doeleinden. Werknemer stelt zich onder meer op het standpunt dat hij zich simpelweg in de passen heeft vergist en het bedrag teruggestort zou hebben. ABN AMRO heeft een verklaring voor recht gevorderd dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof stelt voorop dat ABN AMRO in hoger beroep onvoldoende heeft aangevoerd om te kunnen oordelen dat de opname van € 40 op 11 juli 2008 anders dan per ongeluk geschiedde. Voorts heeft ABN AMRO op zichzelf niet bestreden het oordeel van de kantonrechter dat niet is komen vast te staan dat werknemer zichzelf met de geldopnamen heeft willen bevoordelen. Overigens deelt het hof het oordeel van de kantonrechter dat het verduisteren van € 40 niet voor de hand ligt (evenmin overigens als het verduisteren van € 20), omdat te verwachten was dat de geldopnamen kort daarna door ABN AMRO zouden worden opgemerkt. De kernvraag is aldus of het feit dat werknemer, wetende dat geldopnamen voor eigen gebruik met de hostpas niet waren toegestaan, op 22 augustus 2008 voor eigen gebruik € 20 met de hostpas heeft opgenomen en het weekend en de maandag daarna dit niet aan ABN AMRO heeft gemeld noch dit bedrag heeft teruggestort een dringende reden voor ontslag op staande voet oplevert, bezien in verband met het feit dat werknemer de op 11 juli 2008 met die pas gedane opname van € 40 niet op of na 15 juli 2008 heeft gemeld en dat geld pas heeft teruggestort nadat hij door een collega op deze opname was gewezen. Met de kantonrechter beantwoordt het hof deze vraag ontkennend. Vanwege de omstandigheden dat (1) werknemer zichzelf niet heeft willen bevoordelen, (2) werknemer een langdurige en zeer goede staat van dienst had bij ABN AMRO, (3) werknemer al vele jaren de beschikking had over een hostpas zonder dat daarmee eerder onregelmatigheden waren geconstateerd en (4) het hier relatief geringe bedragen betreft is het hof van oordeel dat het ontslag op staande voet een te vergaande sanctie op het onjuiste handelen van werknemer was en dus ongerechtvaardigd. Naar het oordeel van het hof had ABN AMRO dienen te volstaan met een minder zware sanctie, zoals een waarschuwing of een berisping.