Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17 januari 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BV1398
erven van werknemer/NXP Semiconductors Netherlands c.s.
Werknemer is per 1 januari 1999 in dienst getreden bij Philips GmbH Tuner Werk Krefeld als sales manager. Per 1 april 2003 werd hij overgeplaatst naar Philips Components B.V. In dat kader verhuisde de familie met hun dochter naar Nederland. Werknemer kwam te vallen onder Nederlands recht en de Nederlandse Philips arbeidsvoorwaarden, waaronder de pensioenregeling van SPP. Die pensioenregeling omvat mede een nabestaandenpensioen. De nieuwe functie van werknemer was die van Global Account Manager Automotive bij Philips Mobile Display Systems. In dit kader aanvaardde hij het aanbod dat zijn in Duitsland opgebouwde Philips-pensioenrechten werden overgebracht naar SPP. Medio 2004 komt de eventuele overplaatsing van werknemer naar Duitsland aan de orde. Bij e-mail van 30 juli 2004 vraagt hij aan zijn werkgever opheldering met betrekking tot een aantal aspecten van de eventuele overgang, onder meer op het terrein van zijn pensioen. Per 1 januari 2005 wordt werknemer overgeplaatst. De werkgever wordt Philips Semiconductors Marketing and Sales, een onderneming van Philips GmbH. Bij brief van 11 april 2005 wordt werknemer geïnformeerd dat zijn eventuele nabestaandenpensioen eindigt bij zijn uitdiensttreding en dat SPP hem de mogelijkheid aanbiedt een voorziening te treffen. Na het overlijden van werknemer komt het nabestaandenpensioen niet tot uitkering omdat het een zogenoemde risicopensioen is. De erven van werknemer vorderen schadevergoeding van Philips. De centrale vraag is of werknemer, toen hij instemde met overplaatsing per 1 januari 2005 naar Duitsland, voldoende erover was geïnformeerd dat met deze overplaatsing het nabestaandenpensioen verviel.
Het hof oordeelt als volgt. NXP en SPP hebben werknemer voldoende geïnformeerd indien moet worden geoordeeld dat werknemer, toen hij instemde met overplaatsing naar Duitsland, wist of redelijkerwijze moest weten dat daarmee de aanspraken op een nabestaandenpensioen zoals bij NXP verzekerd, verloren zouden gaan. Zijdens NXP en SPP zijn twee brochures in het geding gebracht, één in de Nederlandse taal en één in de Engelse taal gesteld, waarin de vraag wordt beantwoord wat er met de nabestaandenverzekering gebeurt als de deelnemer bij Philips vertrekt. Het antwoord in beide brochures luidt dat de nabestaandenverzekering automatisch stopt als het dienstverband met Philips eindigt en dat de partner dan geen recht meer heeft op een uitkering uit het pensioenfonds. NXP en SPP stellen dat de Engelstalige brochure aan werknemer bij zijn aanstellingsgesprek is verstrekt.