Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ASI Security BV
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 februari 2012
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV7756

werknemer/ASI Security BV

Tussentijdse opzegging van reeds verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd leidt tot onregelmatige opzegging werknemer

Werknemer is met ingang van 12 oktober 2009 op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden bij ASI als objectbeveiliger/receptionist. Volgens de arbeidsovereenkomst eindigde deze van rechtswege op 11 april 2010 en is een tussentijdse opzegging door werknemer toegelaten. Deze opzegtermijn bedroeg één maand. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Particuliere Beveiliging 2008-2010 (verder: de cao) van toepassing. Op 11 februari 2010 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden over een mogelijke verlenging van het arbeidscontract. ASI gaf toen aan dat de kans op verlenging 70/30% bedroeg. Op 8 maart 2010 heeft ASI tegen werknemer gezegd dat diens contract met zes maanden werd verlengd. Daarop zei werknemer: ‘Fijn, bedankt’ of woorden van gelijke aard en strekking. Diezelfde dag heeft ASI een verlengingsbrief naar werknemer gezonden. Nadien zijn ook afspraken gemaakt over het nieuwe rooster en invulling van een EHBO-cursus. Op 8 april 2010 bericht werknemer dat hij per 12 april 2010 een andere baan heeft. ASI houdt werknemer aan dienst opzegtermijn en vordert gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.

Het hof oordeelt als volgt. De per 12 oktober 2009 ingegane arbeidsovereenkomst was op schrift gesteld. Omdat die overeenkomst vervolgens per 12 april 2010 (stilzwijgend) is verlengd, is voldaan aan het in artikel 5 lid 3 van de cao neergelegde vereiste dat de werknemer bij indiensttreding recht heeft op een schriftelijke arbeidsovereenkomst. Uitgaande van de (stilzwijgende) verlenging van de arbeidsovereenkomst per 12 april 2010, staat niet ter discussie dat werknemer de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd en daarom de in artikel 7:680 BW bedoelde gefixeerde schadevergoeding verschuldigd is. Anderzijds staat vast dat werknemer per datum einde dienstbetrekking jegens ASI recht had op een bedrag van € 3.214,53 bruto. Het hof oordeelt vervolgens welk bedrag uiteindelijk nog door wie is verschuldigd.