Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster heeft ten onrechte geen medewerking verleend aan de re-integratie bij werkgever. Bijgevolg is werkgever niet langer verplicht de WAO-uitkering te suppleren. Drie (op onderdelen tegenstrijdige) deskundigenberichten

Dactylo had nagelaten een particuliere excedent arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werkneemster af te sluiten. Werkneemster is uitgevallen wegens een burn-out en volledig arbeidsongeschikt verklaard. Dactylo heeft de WAO-uitkering van werkneemster gesuppleerd met een bedrag van ruim € 11.000 bruto per maand. Na drie jaar heeft Dactylo de suppletie stopgezet, omdat werkneemster niet meewerkte aan re-integratie. Werkneemster stelt dat zij daartoe niet in staat was vanwege medische beperkingen. Het hof heeft bij tussenarresten verschillende deskundigen gehoord. Nadat drie deskundigenberichten (die voor een deel tegenstrijdig zijn) waren uitgebracht, oordeelt het hof als volgt.

Het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat werkneemster in de periode april 2004 tot en met augustus 2004, dan wel in april 2005, ten tijde van de schorsing van de procedure in kort geding, evenals in de periode na april 2005, vanwege medische beperkingen niet in staat was deel te nemen aan een re-integratietraject dat tot haar terugkeer in de arbeidsparticipatie kon c.q. kan leiden, al dan niet bij Dactylo. Integendeel, op basis van de rapporten van de deskundigen B. en C. is het hof van oordeel dat zij daartoe wel in staat was. Dat niet gegarandeerd kan worden dat eventuele deelname van werkneemster aan het re-integratietraject van Top Care of enig ander, door haar gekozen, re-integratietraject, succesvol zou zijn verlopen, is evident. Evenmin acht het hof het relevant of bij Dactylo destijds passend werk voor werkneemster beschikbaar was; dat stadium was immers nog niet aan de orde. Maar werkneemster had in ieder geval moeten proberen om aan het re-integratietraject van Top Care deel te nemen. Weliswaar heeft zij twee gesprekken, laatstelijk op 8 april 2004, bij Top Care gevoerd in verband met het door Dactylo beoogde re-integratietraject, maar dit kan niet als een serieuze poging van werkneemster worden gezien om mee te werken aan dat traject. Immers, zij heeft zich aanstonds negatief uitgelaten over Top Care en voortijdig (bij brief van 11 april 2004) aan Dactylo laten weten dat het intake- en evaluatiegesprek bij Top Care een negatieve invloed zou hebben gehad op haar fysieke en psychische gezondheid. Dat laatste is, zoals blijkt uit de deskundigenberichten van B. en C., onjuist. Bovendien had werkneemster naar verwachting destijds de mogelijkheid om tijdens het re-integratietraject van Top Care een psychiatrische of psychotherapeutische behandeling te ondergaan. Door niet mee te werken aan het re-integratietraject van Top Care heeft zij zichzelf die mogelijkheid ontnomen. Tijdens de schorsing van de procedure in 2005 en ook daarna heeft werkneemster haar onjuiste standpunt gehandhaafd dat zij vanwege medische beperkingen niet in staat was om aan re-integratie mee te werken. Van onaanvaardbare druk van de zijde van Dactylo is het hof niet gebleken. Het hof is van oordeel dat werkneemster door haar negatieve/weigerachtige houding zelf het conflict met Dactylo in het leven heeft geroepen en in stand heeft gehouden. Dat zij in die houding werd gesteund door haar huisarts, acht het hof van ondergeschikt belang, nu zowel de bedrijfsarts F. in het voorjaar 2004 als de arbeidsdeskundige van het UWV in het voorjaar 2004 en in de periode daarna, tot juni 2005, (terecht) het standpunt hebben ingenomen dat werkneemster in staat was om deel te nemen aan het re-integratietraject van Top Care. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de eis van Dactylo dat werkneemster zou meewerken aan het re-integratietraject van Top Care redelijk en niet prematuur was. Nu zij zonder deugdelijke grond heeft geweigerd aan het re-integratietraject van Top Care, of enig ander re-integratietraject, mee te werken, was Dactylo gerechtigd de suppletie op de WAO-uitkering van werkneemster per 1 september 2004 te staken en gestaakt te houden.