Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Katholieke Universiteit/werknemer
Rechtbank Gelderland, 12 maart 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BV9280

Stichting Katholieke Universiteit/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst stafmedewerker wegens verval functie. Hogere vergoeding dan aangeboden wegens niet opvolgen advies Adviescommissie

Werknemer is sinds 1985 in dienst van het UMC, laatstelijk in de functie van Stafmedewerker directie bij de productgroep Vastgoed & Infrastructuur, een onderdeel van het Servicebedrijf. Werknemer is lid van de door de ondernemingsraad ingestelde 0nderdeelcommissie Servicebedrijf. Op 1 november 2010 heeft werknemer zich ziek gemeld. Eind november 2010 is werknemer boventallig verklaard. De vacature Facility Manager is door de Adviescommissie Sociaal Plan niet als passend aangemerkt, vanwege de tijdelijkheid van de functie. In september 2011 heeft werknemer zich weer ziek gemeld. De Commissie van Beroep heeft het beroep van werknemer tegen de boventalligverklaring afgewezen. Thans verzoekt UMC ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De uitspraak van de Commissie van Beroep dient als bindend advies te worden aangemerkt. Er is geen grond om van de uitspraak af te wijken. De kantonrechter volgt het oordeel van de Commissie van Beroep dat de boventalligverklaring geen verband houdt met de reorganisatie of een nieuwe reorganisatie. Er is sprake van een individuele boventalligverklaring en het afspiegelingsbeginsel is derhalve niet van toepassing. Dat het ontbindingsverzoek verband houdt met het opzegverbod tijdens ziekte of het OR-lidmaatschap is onvoldoende aannemelijk. Het UMC heeft aannemelijk gemaakt dat werknemer voldoende tijd (ongeveer twee jaar) heeft gekregen om een andere functie te zoeken. Onweersproken is ook dat de laatstelijk door werknemer vervulde functie niet direct na de boventalligverklaring is opgeheven, maar eerst na een jaar. Het UMC heeft werknemer voldoende begeleid bij het zoeken naar een andere functie. Het ontbindingsverzoek wordt toegewezen. In het kader van de vergoeding wordt het UMC verweten dat het advies van de Adviescommissie ter zake van de (niet-passende maar wel geschikte) functie van Facility Manager niet is opgevolgd door werknemer niet in deze tijdelijke functie te plaatsen. Er wordt een vergoeding van € 50.000 toegekend in welk bedrag de door het UMC aangeboden vergoeding van € 29.365 bruto is begrepen.