Rechtspraak
werkneemster/werkgever
Werkneemster is sinds 1995 parttime in dienst van werkgever als verkoopster. Werkgever houdt twee kledingzaken in stand. Wegens bedrijfeconomische redenen is besloten tot sluiting van vestiging 2. De arbeidsovereenkomst is met toestemming van het UWV per 1 maart 2009 opgezegd. Werkneemster verricht sinds november 2008 geen werkzaamheden meer. Zij heeft zich in december 2008 ziek gemeld. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat sprake is van een kennelijk onredelijke opzegging. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werkneemster stelt, heeft werkgever het afspiegelingsbeginsel niet geschonden. Voorts kan niet worden volgehouden dat werkgever onvoldoende heeft gedaan aan de re-integratie van werkneemster tijdens haar ziekte. De korte duur van het resterende dienstverband verzet zich tegen een andersluidend oordeel. Daar komt bij dat de werkgever werkneemster meermalen heeft gewezen op openstaande vacatures en haar heeft aanbevolen bij collega's. Meer kan van werkgever niet worden verlangd. Het enkele feit dat werkneemster ten tijde van het ontslag 51 jaar oud was, gedurende veertien jaren naar tevredenheid bij werkgever had gewerkt en geen concreet uitzicht had op vast werk elders, zodat zij zich met een inkomensterugval geconfronteerd zag, maakt dat ontslag ook niet kennelijk onredelijk door het ontbreken van een vergoeding. Bijzondere omstandigheden die tot een ander oordeel zouden moeten leiden, zijn gesteld noch gebleken.