Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Bruynzeel Storage Systems B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 24 april 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5022

werknemer/Bruynzeel Storage Systems B.V.

Eenzijdige functiewijziging van ploegendienstfunctie naar dagdienstfunctie in verband met frequent ziekteverzuim werknemer voldoet aan de eisen van Stoof/Mammoet. Afbouwregeling verlies aan ploegentoeslag is redelijk

Werknemer is op 5 juli 1993 in dienst getreden bij Bruynzeel in de functie van productiemedewerker op de afdeling Productie legborden. In 2004 is werknemer de functie van productiemedewerker op de afdeling Sysco gaan verrichten. Op deze afdeling wordt met een ploegendienst gewerkt. Werknemer is veelvuldig arbeidsongeschikt (hoog ziekteverzuim). In juni 2011 is aan werknemer voorgesteld voortaan werkzaam te zijn op de afdeling Wagens. De werkzaamheden op de afdeling Wagens vinden plaats in dagdienst. Het voorstel hield verder in dat de ploegentoeslag van werknemer vanaf 1 september 2011 geleidelijk wordt afgebouwd tot 1 juli 2012 conform de toepasselijke cao. Werknemer is feitelijk werkzaamheden gaan verrichten op de afdeling Wagens en vordert thans wedertewerkstelling in zijn oude functie. De voorzieningenrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. De centrale vraag is of Bruynzeel de functie van werknemer (eenzijdig) mocht wijzigen.

Het hof oordeelt als volgt. Dat de oorzaak van de gewijzigde omstandigheden in de risicosfeer van Bruynzeel ligt, brengt naar het oordeel van het hof nog niet noodzakelijkerwijs met zich dat het door Bruynzeel gedane wijzigingsvoorstel reeds daardoor als onredelijk moet worden beschouwd. Daarbij spelen immers alle omstandigheden van de onderhavige zaak een rol. Het staat Bruynzeel vrij haar productieproces zo efficiënt mogelijk te organiseren, ook als dat tot consequentie heeft dat een bepaalde afdeling daardoor kwetsbaarder wordt voor ziekteverzuim. Het hof acht voorshands aannemelijk dat de Sysco-afdeling door de wijziging in het productieproces mede gezien het geringe aantal werknemers inderdaad aanzienlijk kwetsbaarder is geworden voor verzuim. Van Bruynzeel mag als goed werkgever uiteraard worden verlangd dat zij gemiddeld verzuim door een werknemer (tijdelijk) opvangt, maar er kan niet van Bruynzeel worden verlangd dat zij een structurele voorziening treft voor verzuim in de omvang als waarvan sprake is in het geval van werknemer. Het hof acht tevens voorshands aannemelijk dat het fors verhoogde verzuim van werknemer gevolgen heeft voor het op normale wijze draaiend houden van de Sysco-lijnen en daarmee gevolgen en risico’s voor de tijdige levering van de op deze afdeling geproduceerde goederen. Hieruit volgt het belang van Bruynzeel bij de voorgestelde wijziging van de functie van werknemer. Het hof is voorshands van oordeel dat deze afbouwregeling werknemer voldoende de mogelijkheid geeft om zijn financiële situatie te kunnen aanpassen aan het gemis van de ploegentoeslag (hetgeen een verschil van 20% op het totale salaris bewerkstelligt). De slotsom dient te zijn dat, alle omstandigheden in aanmerking genomen, het door Bruynzeel gedane voorstel van wijziging van de functie van werknemer redelijk is en dat van werknemer ook in redelijkheid kan worden gevergd dat hij de gewijzigde functie aanvaardt.