Univar Zwijndrecht NV/werknemer

Werknemer is sinds september 2008 in dienst van Univar. Hij is leidinggevende van de vestiging in Maastricht. Na een klacht door een uitzendkracht is hij op staande voet ontslagen. Thans verzoekt Univar voorwaardelijke ontbinding. Gesteld wordt dat werknemer de uitzendkracht agressief en fysiek bejegend heeft.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is vanwege diverse redenen onvoldoende grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Tussen het voorval met de uitzendkracht en het indienen van de klacht door de uitzendkracht is een aantal dagen verstreken. Gelet op dit tijdsverloop is het niet ondenkbeeldig dat getuigen het incident met elkaar besproken hebben en derhalve niet of minder objectief zijn in hun verklaringen, althans mede beïnvloed zijn door de zienswijze van een ander op een waargenomen gedraging. Werknemer heeft er terecht op gewezen dat er incongruenties voorkomen in de verklaringen van andere medewerkers. Bovendien maakt het onderzoeksverslag de indruk dat selectief gehoord is. Het incident is voorts in een twijfelachtig licht komen te staan doordat achteraf gebleken is dat de uitzendkracht een ‘opname’ van het gesprek gemaakt heeft. Van belang is ook dat de behandeling van de klacht niet op de daarvoor voorgeschreven wijze plaatsvond. Niet de daarvoor benoemde ‘Compliance Officer’, maar twee HR-managers hebben het onderzoek verricht zonder deugdelijke ervaring op het gebied van het horen van getuigen, het aan de orde stellen van vragen met vergaande juridische implicaties en het nauwkeurig en volledig vaststellen van een feitencomplex. Zowel voor de onderzoekers als de medewerkers geldt dat zij niet hun moedertaal spraken (zij spraken Engels), waardoor subtiliteiten wellicht verloren gegaan zijn. Tot slot wordt overwogen dat het enkel duwen en trekken van een collega nog geen ontbinding rechtvaardigt.