Rechtspraak
werknemer/ITOM B.V.
Werknemer (geboren 1965) is in 2001 in dienst getreden van ItoM, een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van technische - aan halfgeleiders gerelateerde - producten en ideeƫn, het bewaken van intellectuele-eigendomsrechten (beheer van octrooien) en het veiligstellen van inkomsten daaruit. Op 25 juni 2009 heeft ItoM het UWV WERKbedrijf (hierna: UWV) toestemming gevraagd voor ontslag van zes van haar elf medewerkers, onder wie werknemer, op grond van bedrijfseconomische redenen. Op 20 augustus 2009 heeft het UWV de toestemming verleend. Bij brief van 25 augustus 2009 heeft ItoM de arbeidsovereenkomst met werknemer opgezegd tegen 1 oktober 2009. Werknemer was ten tijde van de beƫindiging van de arbeidsovereenkomst 43 jaar oud en 8,5 jaar in dienst. Naar het oordeel van werknemer is geen sprake van een bedrijfseconomische reden (voorgewende ontslagreden) en is het afspiegelingsbeginsel niet juist toegepast.
Het hof oordeelt als volgt. Wat de vermeende voorgewende reden betreft, volgt het hof het oordeel van de werknemer niet. ItoM heeft voldoende aangetoond dat vanaf 2005 structurele verliezen worden geleden en de kredietverstrekking niet meer plaatsvond. Er is derhalve geen sprake van een voorgewende reden. Het hof neemt bij dit oordeel in betrekking dat de grote uitgave aan managementfees wordt gerelativeerd door de terugstorting van deze fees.
Met betrekking tot het afspiegelingsbeginsel oordeelt het hof als volgt. Werknemer stelt dat zijn functie uitwisselbaar is met de functie van een collega, dat kort voor het ontslag zijn functie eenzijdig is gewijzigd met het enkele doel de ontslagvolgorde te manipuleren, terwijl in feite dezelfde werkzaamheden worden verricht. Het hof gelast een deskundigenbericht inzake de uitwisselbaarheid van functies. Indien komt vast te staan dat de functies uitwisselbaar zijn, dan is sprake van een kennelijk onredelijk ontslag.
Met betrekking tot het beroep op het gevolgencriterium oordeelt het hof als volgt. In de onderhavige zaak valt de belangenafweging uit in het voordeel van de werkgever. Dat ItoM geen outplacement of sociaal plan heeft, doet aan deze belangafweging niet af. ItoM moest krimpen om te overleven. De leeftijd van werknemer maakt het lastiger een baan te vinden, maar dit moet niet onmogelijk worden geacht. Volgt aanhouding van de zaak.