Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/British American Tobacco Niemeyer B.V.
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Groningen), 31 mei 2012
ECLI:NL:RBGRO:2012:BX4451

werknemer/British American Tobacco Niemeyer B.V.

Ontbinding wegens functieverval. Anticumulatiebeding in sociaal plan dat is overeengekomen met representatieve vakbonden is in strijd met de WGBL en derhalve nietig. Legitimiteit, doelmatigheid en proportionaliteit ontbreken. Ontbindingsvergoeding € 242.615,47 bruto

Werknemer is sinds 1981 in dienst van BAT Niemeyer, laatstelijk als site mechanical technician. Thans verzoekt BAT Niemeyer ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Als gevolg van een reorganisatie komt de functie van werknemer te vervallen. Met de representatieve vakbonden is een sociaal plan overeengekomen. Daarin is een ontslagvergoeding en een eenmalige uitkering opgenomen. Het sociaal plan bevat een anticumulatiebepaling op grond waarvan de schadeloosstelling niet hoger zal zijn dan de redelijkerwijs te verwachten inkomstenderving tot aan de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar). Werknemer weigert akkoord te gaan met de vergoeding en stelt dat de anticumulatiebepaling, op grond waarvan een korting op zijn ontslagvergoeding wordt toegepast, in strijd is met de WGBL.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Omdat niet ter discussie staat dat de functie van werknemer komt te vervallen, wordt het ontbindingsverzoek toegewezen. In beginsel dient voor de berekening van de hoogte van de vergoeding het sociaal plan te worden gevolgd. Nu werknemer evenwel primair een beroep heeft gedaan op de nietigheid van het anticumulatiebeding, dient dit beding te worden getoetst aan de WGBL. Tussen partijen is niet in geschil dat toepassing van het anticumulatiebeding een (in)direct onderscheid op grond van leeftijd tot gevolg heeft. Krachtens artikel 7 lid 1 sub c WGBL geldt het verbod op het maken van onderscheid op grond van leeftijd niet indien het onderscheid objectief gerechtvaardigd is door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn. BAT Niemeyer heeft in verband hiermee aangevoerd dat het doel is gelegen in het zoveel mogelijk tegengaan van inkomensverlies voor de ontslagen werknemers. Om een goede balans te verzekeren tussen de gevolgen voor jonge werknemers met een kort dienstverband die relatief snel kunnen terugkeren in het arbeidsproces en oudere werknemers met een lang dienstverband die mogelijk minder snel kunnen terugkeren in het arbeidsproces, is in het sociaal plan zowel een outplacementvoorziening getroffen als een anticumulatiebeding opgenomen. BAT Niemeyer heeft met de door haar gegeven argumentatie geenszins een objectieve rechtvaardiging gegeven voor het onderscheid. Legitimiteit, doelmatigheid en proportionaliteit van het anticumulatiebeding ontbreken. Werknemer heeft terecht een beroep gedaan op de nietigheid van het beding. De ontbindingsvergoeding wordt vastgesteld op € 242.615,47 bruto.