Pizzeria Amsterdam/werknemer

Werknemer heeft vanaf 6 augustus 2001 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Pizzeria Amsterdam werkzaamheden verricht, laatstelijk tegen een salaris van € 1.653,43 bruto per maand, exclusief acht procent vakantietoeslag. In de arbeidsovereenkomst en op de loonstroken stond dat hij werkte als pizzabakker. De CAO voor het horeca- en aanverwante bedrijf (hierna: de cao) is op de overeenkomst van toepassing verklaard. Werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat hij de functie van ‘zelfstandig kok’ verricht en al die tijd een te laag ‘cao-loon’ heeft ontvangen. De kantonrechter heeft de loonvordering van werknemer toegewezen, nadat getuigen zijn gehoord. De Pizzeria Amsterdam heeft geen gebruik gemaakt van contra-enquête.

Het hof oordeelt als volgt. In hoger beroep stelt Pizzeria Amsterdam dat de getuigen onbetrouwbaar zijn. Er zou sprake zijn van een zekere samenzwering die verband hield met grootschalige fraude gepleegd door werknemer en een aantal collega's. Het hof acht deze stellingen onvoldoende onderbouwd. Wat de inschaling als zelfstandig kok betreft, heeft Pizzeria Amsterdam nog aangevoerd dat niet was voldaan aan de eis van betrokkenheid bij wijziging van het menu, nu het menu sinds jaar en dag hetzelfde is gebleven. Het hof oordeelt dat de omstandigheid dat het menu nimmer is gewijzigd, niet afdoet aan de bevoegdheid die werknemer mogelijk toekwam.