Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20 november 2012
ECLI:NL:GHSHE:2012:BY4057
werknemers/X Transport B.V.
Werknemers zijn in dienst van X Transport B.V. Op deze arbeidsovereenkomst is de CAO Goederenvervoer Nederland van toepassing verklaard (werknemers zijn geen lid van de betrokken vakbond). In artikel 19A cao staat een bepaling opgenomen die erin voorziet dat personen na een bepaalde periode in een lagere functie kunnen worden gezet en wordt tevens voorzien in een afbouwregeling ter zake het loon. In eerste aanleg hebben veertien chauffeurs X Transport gedagvaard en gevorderd te verklaren voor recht dat X Transport bij deze chauffeurs niet mag overgaan tot het terugschalen van E1 tot en met E6 naar andere in de cao voorkomende functieschalen, zoals D1 tot en met D6. Volgens de chauffeurs zijn de internationale transporten toebedeeld aan goedkopere buitenlandse arbeidskrachten en zijn zij ten onrechte teruggeplaatst in een lagere functie. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Gelet op de in eerste aanleg in enquête en in contra-enquête afgelegde getuigenverklaringen en de niet althans onvoldoende gemotiveerd betwiste stellingen van X Transport in hoger beroep komt het hof tot de slotsom dat van verdringing van Nederlandse chauffeurs geen sprake is. X Transport B.V. maakt onderdeel uit van Y Transport Groep. Y heeft verschillende vestigingen in Europa en wordt geconfronteerd met een drastische afname van vraag naar wegvervoer. Zij organiseert het werk zo efficiënt mogelijk, waardoor het mogelijk is dat een Hongaarse chauffeur na een transport uit Hongarije naar Nederland, producten uit Nederland mee terugneemt om elders te brengen.
Met de overige grieven van werknemers wordt de vraag aan de orde gesteld of het de werkgever is toegestaan om, als de financieel-economische en maatschappelijke omstandigheden dat noodzakelijk maken, de organisatie van zijn onderneming aan te passen. Voorts wordt met die grieven aan de orde gesteld of en in hoeverre X Transport B.V. in dat verband van de regeling van artikel 19A cao gebruik had mogen maken. X Transport stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van een eenzijdige wijziging, maar van toepassing van een imperatieve cao-bepaling. Subsidiair stelt X Transport zich op het standpunt dat 19A cao moet worden beschouwd als een 613-beding. Het hof oordeelt als volgt. Voor zover artikel 19A cao niet als een schriftelijk wijzigingsbeding moet worden aangemerkt, mag van werknemers, gelet op de op hen rustende plicht om zich overeenkomstig artikel 7:611 BW als een goed werknemer te gedragen, worden verwacht dat zij in of omstreeks november 2008 hadden ingestemd met het door X Transport gedane voorstel tot functieverlaging. Indien artikel 19A cao wél moet worden gekwalificeerd als een schriftelijk wijzigingsbeding in de zin van artikel 7:613 BW, is het hof van oordeel dat uit hetgeen is overwogen tevens volgt dat X Transport bij de wijziging zoals hier aan de orde een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van werknemers dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.