Rechtspraak
werknemer/werkgever
Hoger beroep van AR 2011-1041. Vanaf 23 januari 2008 is werknemer via Uitzendbureau X als taxichauffeur gaan rijden voor Taxi X. Op 1 juni 2008 heeft werknemer opdracht gekregen voor het uitvoeren van een taxirit van X naar Y. Deze taxirit had betrekking op vijf jongeren die waren wezen stappen. Gedurende deze rit tussen X en Y heeft werknemer op enig moment 161 km per uur gereden. De door werknemer bestuurde taxi is bij een rotonde uit de bocht gevlogen en heeft daarbij de vluchtheuvel geraakt. Als gevolg hiervan is de auto beschadigd geraakt. Taxi X vordert vergoeding van deze herstelkosten van werknemer. De kantonrechter heeft de vordering van Taxi X toegewezen, onder meer stellende dat wanneer sprake is van een zodanig hoge snelheid, gaan sprake meer is van ‘in de uitoefening van de werkzaamheden’ ex artikel 7:661 BW.
Het hof oordeelt als volgt. Werknemer is – ingevolge artikel 7:661 lid 1 BW – voor de schade die hij bij de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden aan Taxi X toebrengt slechts jegens Taxi X aansprakelijk, indien deze schade een gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. De werkgever dient deze opzet en bewuste roekeloosheid te bewijzen. Voor het oordeel of sprake is geweest van bewuste roekeloosheid, is vereist dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan het ongeval daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van zijn gedraging (vgl. HR 14 oktober 2005, NJ 2005, 539). Daarvan is ook de kantonrechter uitgegaan (waartegen niet is gegriefd). Volgens Taxi X is werknemer het ongeval aan te rekenen, aangezien hij vlak voor het ongeval met hoge snelheid – namelijk 161 km per uur – heeft gereden als gevolg waarvan de auto onbestuurbaar werd en uit de bocht is gevlogen. Werknemer moet zich onmiddellijk voorafgaande aan het ongeluk, gelet op deze hoge snelheid, bewust zijn geweest van het roekeloze karakter van zijn rijgedrag, reden waarom hij voor de daardoor ontstane schade aansprakelijk is, aldus Taxi X. Werknemer heeft weersproken vlak voor het ongeval bij het naderen van de rotonde 161 km per uur te hebben gereden en dat dit bewust roekeloos is. Naar het oordeel van het hof is het rijden met een snelheid van 161 km per uur waar 80 km per uur is toegestaan, terwijl men een rotonde nadert, wel degelijk bewust roekeloos. Nu werknemer heeft weersproken een dergelijke snelheid vlak voor het naderen van de rotonde te hebben gereden, rust het bewijs hiervan op Taxi X. De omvang van de door Taxi X gestelde schade is ook door werknemer weersproken. In zoverre rust ook dit bewijs op Taxi X. Aldus is op Taxi X een juiste bewijsopdracht gelegd en faalt deze grief. Volgt aanhouding van de zaak.