Birne Advocaten B.V./werkneemster

Werkneemster is per 1 oktober 2010 voor bepaalde tijd als advocaat-stagiaire in dienst getreden van Birne Advocaten (hierna: Birne). Voorafgaand aan indiensttreding is een conceptarbeidsovereenkomst met een tussentijds opzegbeding en terugbetalingsregeling van opleidings- en cursuskosten door de raad van toezicht niet goedgekeurd. In de uiteindelijke arbeidsovereenkomst zijn onder meer het beding van tussentijdse opzegging en de studiekostenregeling weggelaten. Deze arbeidsovereenkomst is wel goedgekeurd en door partijen ondertekend. Op 24 september 2012 heeft werkneemster haar arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 november 2012. Birne heeft werkneemster laten weten dat zij de opleidingskosten – zoals opgenomen in een side-letter bij de uiteindelijke arbeidsovereenkomst – dient terug te betalen. In de onderhavige procedure stelt Birne dat werkneemster in strijd met het goed werknemerschap heeft gehandeld en dat de opzegging onregelmatig is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de overgelegde e-mails heeft Birne de opzegging op 24 september 2012 tegen 1 november 2012 aanvaard. Daarmee is de discussie tussen partijen of er nu wel of geen beding van tussentijdse opzegging gold niet meer relevant. Uit een e-mail blijkt dat Birne ook uitging van een einde dienstverband per 1 november 2012. Birne stelt immers dat er per die datum een eindafrekening wordt opgemaakt, dat de vakantiedagen tot die datum moeten worden opgenomen en dat er per die datum een verplichting tot terugbetaling van studiekosten ontstaat. In haar e-mail rept Birne echter met geen woord over de (mogelijke) onregelmatigheid van de opzegging, hetgeen zonder meer voor de hand had gelegen indien zij toen meende dat de opzegging door werkneemster ontijdig was. Van een onregelmatige opzegging is geen sprake geweest.

Birne heeft op geen enkele wijze onderbouwd welk concreet, rechtens relevant, belang zij heeft bij de gevorderde verklaring voor recht dat werkneemster de normen van het goed werknemerschap ex artikel 7:611 BW heeft geschonden. Voorts is het enkele feit dat werkneemster op juridische gronden niet tot terugbetaling van studiekosten wenst over te gaan niet in strijd met het goed werknemerschap. Overigens heeft werkneemster zich terecht op het standpunt gesteld dat op haar geen terugbetalingsverplichtingen uit hoofde van het studiekostenbeding rusten, nu dit beding is opgenomen in een niet door de raad van toezicht goedgekeurde arbeidsovereenkomst. Volgt afwijzing van de vorderingen.