werkneemster/Rees Scientific Corporation

Werkneemster is sinds 2001 in dienst van Rees, laatstelijk in de functie International Sales Manager. Sinds 22 juni 2011 is werkneemster arbeidsongeschikt. Bij beslissing van 5 juni 2013 is aan Rees een loonsanctie opgelegd door het UWV. Kern van het onderhavige geschil is de vraag of Rees gedurende het derde ziektejaar gehouden is tot betaling van 70% van het maximumdagloon (standpunt Rees) of dat net als in het tweede ziektejaar 70% van het overeengekomen loon betaalt dient te worden (standpunt werkneemster).

De kantonrechter oordeelt als volgt. De loonsanctie van het UWV is gebaseerd op artikel 25 lid 9 van de WIA. Weliswaar wordt in artikel 25 lid 9 WIA verwezen naar artikel 7:629 BW, waarin de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever tijdens ziekte van de werknemer is opgenomen, maar uit deze verwijzing volgt niet, zoals Rees lijkt te betogen, dat zij gedurende de loonsanctie (het derde ziektejaar) op grond van het bepaalde in artikel 7:629 BW slechts gehouden is 70% van het maximale dagloon te betalen. Niet valt in te zien waarom de omvang van de loondoorbetalingsverplichting – nu er enkel sprake is van een verlenging van een loontijdvak – gedurende die verlenging anders zou zijn dan de periode daarvoor. In het tweede ziektejaar heeft Rees 70% van het overeengekomen loon uitgekeerd aan werkneemster. Rees is gedurende de loonsanctie verplicht 70% van het overeengekomen loon door te betalen. Het verweer van Rees, dat zij gedurende de eerste twee ziektejaren verzekerd was en dat daarom het loon kon worden aangevuld, en dat zij vanaf het derde ziektejaar niet meer verzekerd is, doet hieraan niet af. Immers, het al dan niet afsluiten van een dergelijke verzekering valt in de risicosfeer van de werkgever en kan niet worden tegengeworpen aan de werknemer. Volgt toewijzing van de loonvordering van werkneemster.