Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 29 mei 2013
ECLI:NL:RBZWB:2013:10231

werkneemster/werkgever

Ontslag schoonmaakmedewerkster wegens beëindigen exploitatie camping niet kennelijk onredelijk. Aangevoerde werkloosheidsduur van drie jaar wordt niet gestaafd door berekening hoelangwerkloos.nl

Werkneemster is als algemeen medewerkster schoonmaak in dienst van werkgever, die een camping exploiteert. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst tegen 31 augustus 2012 opgezegd wegens het vervallen van de arbeidsplaats van werkneemster. Werkneemster stelt dat de opzegging kennelijk onredelijk is en beroept zich op het gevolgencriterium. Zij voert aan dat het haar niet lukte bij een derde een passende functie te vinden. Zij woont in een krimpregio waar harde economische klappen vallen. Gezien haar leeftijd, woonplaats, opleiding en ervaring, dient de overbruggingsperiode voor het vinden van ander passend werk te worden gesteld op drie jaar. Naast inkomensschade loopt zij pensioenschade op.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Als gevolg van beslissingen van de overheid (de projecten Zwakke Schakels en Waterdunen) moest de grond waarop werkgever de camping exploiteerde worden overgedragen aan de provincie Zeeland op 1 september 2012. Het besluit om de exploitatie van de camping te staken per 31 augustus 2012 is dan ook alleszins begrijpelijk. Daardoor verviel de arbeidsplaats van werkneemster. De door werkneemster genoemde omstandigheden zijn geen bijzondere omstandigheden die de conclusie rechtvaardigen dat reeds daarom het ontslag als kennelijk onredelijk moet worden aangemerkt. Hierbij wordt meegewogen dat werkneemster bij het ontslag met een leeftijd van 37 jaar nog betrekkelijk jong was. Zoals ter comparitie besproken, raadpleegde de kantonrechter de site hoelangwerkloos.nl. Op deze site is een berekening te vinden van de te verwachten duur van de werkloosheid en de kans op het vinden van ander werk op basis van gegevens van het bureau ArbeidsmarktResearch. Afhankelijk van de kwalificatie van het beroepsniveau van werkneemster als lager of elementair en de sector waarin zij werkzaam was (handel en horeca of zakelijke dienstverlening) varieerde de kans op uitstroom naar een baan van 65 tot 71% en de verwachte duur van de werkloosheid van 606 tot 656 dagen. De berekening gaat ervan uit dat werkneemster woont in Zeeland. Dat bij het ontslag een werkloosheid van drie jaar zou zijn te verwachten, zoals werkneemster stelt, is dan ook onvoldoende onderbouwd. Tot 1 april 2014, bij benadering 510 dagen na het ontslag, zijn de financiële gevolgen van werkloosheid naar verhouding beperkt omdat werkneemster recht heeft op een WW-uitkering. Werkneemster motiveert onvoldoende dat werkgever het oogmerk had haar immateriële schade toe te brengen. Volgt afwijzing van de vordering.