Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 25 februari 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:496
werknemer/EJA Mechanics BV
Deze zaak betreft het eindarrest op een eerder tussenarrest waarin een aantal financiële zaken wordt afgedaan. EJA zou te weinig pensioenpremies hebben afgedragen. In totaliteit betreft het een tekort aan premies van € 358,79. Werknemer vordert hierover wettelijke rente. Het hof wijst deze vordering af. Het karakter van wettelijke rente is hierin gelegen dat daarmee wordt beoogd om ingeval een geldsom is verschuldigd een vertragingsschade te vergoeden. Gesteld noch gebleken is echter dat werknemer enige vertragingsschade oploopt nu het bedrag van € 358,79 ten goede komt aan en bedoeld is om het pensioengat van werknemer te dichten door storting van dit bedrag bij PME (als ook door werknemer gevorderd). Het is kort gezegd ook destijds niet de bedoeling geweest dat dit bedrag rechtstreeks in het vermogen van werknemer terecht zou komen, zodat hij daarvan de eventuele revenuen zou kunnen plukken.
Voorts vordert werknemer geld van EJA voor het blijven afdragen van WAO-gat-premies na de invoering van de WIA, terwijl – vanwege de wachttijd in de WIA – deze verzekering geen doel meer diende. De stelling van werknemer dat EJA deze premies als onverschuldigd betaald geheel dient terug te vorderen, faalt want er was wel degelijk een verplichting (in de cao) opgenomen voor de werkgever. EJA heeft pro rata terugbetaald hetgeen zij van de verzekeraar heeft terugontvangen en zij heeft daarmee jegens werknemer voldaan aan hetgeen van een goed werkgever verwacht mocht worden.