Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 11 maart 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:655
erven van werknemer/Bouwbedrijf X B.V.
Werknemer is tijdens een klus in Standdaarbuiten in de periode 1977-1978 in aanraking gekomen met asbesthoudende golfplaten (zagen, monteren). Werknemer is inmiddels overleden aan de gevolgen van een maligne mesothelioom. De centrale vraag in deze procedure is of werknemer tijdens zijn werkzaamheden in 1977-1978 ook een ‘relevante blootstelling’ heeft ervaren en indien ja, of de werkgever, een bouwbedrijf, in de litigieuze periode voorzorgsmaatregelen behoorde te treffen.
Het hof oordeelt als volgt. Er is sprake geweest van een relevante blootstelling. Naar het oordeel van het hof hebben de deskundigen de vraag of men in de periode van eind 1977 tot en met januari 1978 bekend kon zijn met de specifieke gevaren van (wit) asbest, inclusief het risico op mesothelioom, voorts uitdrukkelijk positief en zonder restrictie ten aanzien van kleine bouwbedrijven beantwoord. Gezien echter de door de deskundigen beschreven, alom bestaande, controversen oordeelt het hof dat niet aangenomen kan worden dat in de periode van eind 1977 tot en met januari 1978 Bouwbedrijf X (een bouwbedrijf waar destijds ongeveer acht mensen werkten) met de specifieke gevaren van wit asbest, te weten dat elke relevante blootstelling aan asbeststofvezels – zonder drempelwaarde – het gevaar van het ontstaan van mesothelioom met zich kon brengen, bekend behoorde te zijn. In zoverre legt het hof de beantwoording van vraag 3 door de deskundigen derhalve als ontkennend uit. Bouwbedrijf X treft dus geen verwijt dat zij geen specifieke maatregelen heeft getroffen die erop gericht waren om door wit asbest veroorzaakte gezondheidsschade te voorkomen. Echter, reeds bij tussenarrest van 22 maart 2011 onder 4.20.2.2 heeft het hof overwogen dat alsdan Bouwbedrijf X ten onrechte heeft nagelaten veiligheidsmaatregelen te nemen ter voorkoming van asbestose/longkanker. Aangezien moet worden aangenomen dat Bouwbedrijf X met deze maatregelen het risico op het ontstaan van maligne mesothelioom bij werknemer had kunnen voorkomen, heeft Bouwbedrijf X haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 2 BW geschonden en is Bouwbedrijf X aansprakelijk voor de schade wegens maligne mesothelioom. Bouwbedrijf X heeft immers aldus de kans op het ontstaan van die schade in het leven geroepen of vergroot door alle veiligheidsmaatregelen achterwege te laten. Mede gelet op de bedragen die door Nederlandse rechters in enigszins vergelijkbare gevallen zijn toegekend, begroot het hof het smartengeld op € 50.000.