Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ZO Wonen, Woonmaatschappij
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 25 maart 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:806

werknemer/ZO Wonen, Woonmaatschappij

Werkgever handelt in strijd met het goed werkgeverschap door invulling ‘bonuscriteria’ achterwege te laten ondanks herhaaldelijk verzoek werknemer. Werkgever is maximale bonus verschuldigd. Gewekt vertrouwen inzake pensioen.

Werknemer (geboren 1947) is op 15 juli 1997 in dienst getreden van ZO Wonen en benoemd tot alleen bevoegd algemeen directeur en bestuurder. Zijn salaris bedroeg laatstelijk € 12.739,86 bruto per maand. In de in 2007 getekende arbeidsovereenkomst is tevens een bonusregeling opgenomen. De criteria waaronder de bonus tot uitkering zal komen, hebben partijen toen niet ingevuld (dat zou later geschieden doch uiterlijk voor 15 december 2007). Het is partijen niet gelukt hierover overeenstemming te krijgen. Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij recht heeft op de maximale bonus (20% van het loon). De kantonrechter rekent het niet nader overeenkomen van bonuscriteria werknemer aan en wijst de vorderingen van werknemer grotendeels af.

Het hof oordeelt als volgt. Het beeld dat op basis van de stukken naar voren komt, is dat werknemer van stond af aan, namelijk vanaf het moment dat duidelijk was dat er op 15 december 2007 nog geen criteria voor de variabele beloning zouden zijn afgesproken, er bij de (Selectiecommissie van de) RvC op heeft aangedrongen dat criteria zouden worden geformuleerd met betrekking tot zijn variabele beloning. Werknemer heeft zich namelijk reeds vanaf 13 december 2007 tot de (Selectiecommissie van de) RvC gewend. De RvC van ZO Wonen op zijn beurt heeft geen dan wel onvoldoende actie ondernomen, waar dit van hem wel kon worden verwacht en ter zake ook met werknemer afspraken waren gemaakt. Anders dan de kantonrechter heeft overwogen, dient het achterwege blijven van criteria voor rekening en risico van ZO Wonen te komen. Op instigatie van werknemer zijn partijen vanaf december 2007 met elkaar over dit onderwerp in gesprek gebleven. Reeds in april 2008 werd afgesproken dat de toenmalige voorzitter van de RvC mr. X zou contacteren; eerst in maart 2009 heeft de waarnemend voorzitter van de RvC mr. X benaderd. Beoordeling aan de hand van de door mr. X opgestelde conceptcriteria is niet aan de orde, nu deze criteria in elk geval door de RvC niet zijn goedgekeurd en voorts niet nader zijn ingevuld. Onder de gegeven omstandigheden, waartoe het hof ook rekent de omstandigheid dat werknemer over 2007 en 2008 de maximale bonus heeft ontvangen en ZO Wonen voorts bij e-mailbericht van 29 april 2009 nog publiekelijk haar vertrouwen in werknemer als bestuurder heeft uitgesproken, komt het hof tot de conclusie dat ZO Wonen in strijd handelt met de op haar rustende verplichting om zich jegens werknemer, in het kader van de met hem gesloten arbeidsovereenkomst, als een goed werkgever te gedragen. In het licht van het door ZO Wonen op 29 april 2009 publiekelijk uitgesproken vertrouwen in werknemer, heeft zij het in hoger beroep gestelde onvoldoende functioneren van werknemer niet dan wel onvoldoende onderbouwd.

Ook ten aanzien van het pensioen is bij werknemer het vertrouwen gewekt dat hem een gunstige(re) pensioenregeling zou toekomen. ZO Wonen heeft ook hier in strijd met het goed werkgeverschap gehandeld.