werkneemster/Oseven

Werkneemster is op 1 augustus 1989 bij (de rechtsvoorganger van) Oseven in dienst getreden, laatstelijk als partymanager. Bij brief van 19 februari 2010 heeft Oseven werkneemster bericht dat zij om financiële reden gedwongen was een reorganisatie door te voeren, als gevolg waarvan de functie van werkneemster kwam te vervallen. Oseven heeft die dag (o.m.) voor werkneemster bij het UWV een ontslagvergunning gevraagd. Werkneemster is vanaf dat moment op non-actief gesteld. Het UWV heeft de verzochte ontslagvergunning niet verleend. Oseven heeft in juni en oktober een herhaald verzoek ingediend. Op 9 december 2010 is de vergunning verleend waarna het dienstverband tegen 1 februari 2011 is opgezegd. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat sprake is van een valse of voorgewende reden.

Het hof oordeelt als volgt. In de toelichting bij de ontslagaanvraag UWV heeft Oseven geschreven dat het eenvoudige werk geen partymanager meer vereist, terwijl het meer ingewikkelde werk is belegd bij de projectmanagers. De functie van partymanager is derhalve komen te vervallen. Volgens werkneemster is de nieuwe functie van projectmanager nagenoeg gelijk aan die van partymanager, maar heeft Oseven de functievoorwaarden verhoogd (door bijv. een HBO-diploma te eisen) om oudere werknemers zoals zij die aan die eisen niet voldoen daarvoor uit te sluiten. Het hof oordeelt hierover dat als juist is dat laatstgenoemde functionaris commercieel, financieel en operationeel eindverantwoordelijk is (mogelijk: was) voor een evenement dan lijkt – anders dan werkneemster stelt – van een zwaardere functie sprake dan die van partymanager (die, blijkens de functiebeschrijving, eindverantwoordelijk is voor ‘succesvolle partijen, waarbij de focus ligt op een hoge mate van gast- en klanttevredenheid en een efficiënte uitvoering van de party’). Oseven zal in de gelegenheid worden gesteld bij na te noemen comparitie bedoelde functieomschrijving in het geding te brengen. Volgt aanhouding van de zaak voor nadere bewijsvoering.