Rechtspraak
werknemer/werkgever
In september 2008 heeft werknemer € 16.500 geleend van werkgever X (zusterbedrijf van Y) voor de aanschaf van een auto. Tussen partijen is afgesproken dat de maandelijkse kilometervergoeding bij wijze van aflossing in mindering zal worden gebracht op dit geleende bedrag. Op 28 juli 2009 is X gefailleerd. Op dat moment bedroeg het uitstaande saldo van de geldlening € 10.591,74 exclusief rente. Werknemer is toen elders in dienst getreden. Uiteindelijk heeft X een doorstart uit faillissement gemaakt en vordert thans de openstaande schuld van werknemer. Werknemer stelt zich op het standpunt dat deze schuld is weggevallen tegen de ontslagvergoeding hem destijds is aangeboden bij het einde van het dienstverband. De rechtbank heeft geoordeeld dat werknemer niet is geslaagd in het hem opgedragen bewijs dat een dergelijke afspraak tussen werknemer en X is gemaakt.
Het hof oordeelt als volgt. Het hof is van oordeel dat de vraagtekens over de al dan niet gemaakte afspraak dat partijen met gesloten beurzen uiteen zouden gaan, nog niet zijn weggenomen. Werknemer heeft een specifiek en voldoende ter zake dienend bewijsaanbod gedaan. Het hof zal werknemer in de gelegenheid stellen nader te bewijzen dat er tussen hem en X een afwijkende afspraak is gemaakt waardoor partijen elkaar over en weer niets meer verschuldigd zijn.