Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/ISS Nederland B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 12 augustus 2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2768

werkneemster/ISS Nederland B.V.

Konijnvrij houden van arbeidsplaats valt niet onder zorgplicht werkgever. Werkgever wel gehouden een behoorlijke verzekering af te sluiten voor eenzijdig verkeersongeval te fiets.

Werkneemster is in dienst van ISS als schoonmaakster werkzaam voor Dow Chemical. Dow is gevestigd op een vele hectares groot eigen industrieterrein, waar zich een groot aantal locaties bevinden, die onderling te bereiken zijn via een uitgebreid wegennet. Op een aantal van deze locaties verrichtte werkneemster de haar opgedragen schoonmaakwerkzaamheden. Terwijl zij zich van vestiging A naar vestiging B op het industrieterrein verplaatste per fiets, is zij gevallen nadat zij tegen een haas of een konijn was aangereden. Zij heeft letsel geleden en stelt ISS aansprakelijk voor de schade, stellende dat er sprake is van een schending van de zorgplicht (veilig fietsroutes) en het ontbreken van een behoorlijke verzekering. De kantonrechter heeft de vorderingen van werkneemster afgewezen, stellende dat de zorgplicht van ISS (Dow) niet zo ver gaat dat zij een ‘konijnvrij’ industrieterrein garandeert. Nu het ongeval heeft plaatsgevonden op de arbeidsplaats, is er naast artikel 7:658 BW geen aanvullende zorgplicht op grond van artikel 7:611 BW (verzekeringsplicht).

Het hof oordeelt als volgt. De enkele mogelijkheid dat zich op een bedrijfsterrein van deze omvang en op deze plaats (gelegen naast een natuurterrein) kleinere wilde dieren zoals hazen en konijnen bevinden noopt immers niet, als zodanig en zonder meer, tot de conclusie dat reeds daarom Dow (en in haar spoor ISS) verplicht was en van haar mocht worden verwacht en verlangd maatregelen te treffen om te voorkomen dat zich een ongeval zou kunnen voordoen als door werkneemster geschetst. Dat zou mogelijk anders zijn in gevallen waarin sprake is van een ware plaag van deze wilde dieren die een reëel risico oplevert voor de veiligheid en gezondheid van fietsende werknemers op de werkplek (arbeidsplaats). De enkele kans dat een (letterlijk) loslopend konijn of haas betrokken raakt bij (en de oorzaak is van) een ongeval als door werkneemster gesteld, acht het hof zodanig gering dat onder de gegeven omstandigheden in redelijkheid niet van Dow, als inlener en met haar ISS als werkgever, behoefde te worden verwacht en verlangd om (nadere) voorzorgsmaatregelen te nemen – laat staan zodanig vergaande maatregelen als door werkneemster gesteld – om dit geringe gevaar en risico te beperken, dan wel te voorkomen en volledig uit te sluiten. Naar het oordeel van het hof was ISS daartoe op de voet van het bepaalde in artikel 7:658 BW dan ook niet gehouden, nu de enkele mogelijkheid van (ernstige) schade en enkele omstandigheid dat het risico op schade zich zou kunnen verwezenlijken, niet de verplichting voor Dow (en met haar ISS) schiep om voorzorgsmaatregelen te nemen. Een ongeval als het onderhavige, hoe zeldzaam ook, kan zich (bijna) overal voordoen en degene die het treft heeft domweg pech, maar dat leidt niet tot de conclusie dat van een werkgever in het algemeen in het kader van de zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW gevorderd kan worden dat hij ernaar streeft om ook dit soort in de natuur gelegen zeer kleine risico’s volledig uit te sluiten. Daar komt nog bij dat Dow met enige regelmaat op de momenten dat het nodig is fretten inzet om konijnen te bestrijden.

Het hof stelt vast dat de grond voor afwijzing van deze vordering door de kantonrechter in het licht van de door de Hoge Raad geformuleerde uitgangspunten de toets der kritiek niet kan doorstaan. Immers ook voor eenzijdige ongevallen met de fiets op het eigen terrein van de werkgever geldt naast de zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 BW aanvullend de noodzaak om ten behoeve van een werknemer die in de hier bedoelde zin aan het verkeer deelneemt een adequate verzekering af te sluiten. In die zin is deze grief terecht voorgedragen. Niettemin kan deze grief niet leiden tot vernietiging van het beroepen vonnis, omdat er een verzekering is afgesloten en niet gesteld of gebleken is dat deze niet behoorlijk zou zijn.