ALP Autolease Partners BV/werknemer

Werknemer is van 4 mei 2009 tot en met 11 februari 2010 bij ALP in dienst geweest. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werkgever een bijdrage zal leveren aan het Bedrijfstakpensioenfonds. Over de periode mei tot en met december 2009 heeft ALP geen pensioenpremie afgedragen. Hiermee is een bedrag van € 4.691,36 bruto gemoeid. Werknemer vordert betaling van deze bedragen. ALP stelt zich op het standpunt dat nimmer een pensioenovereenkomst tot stand is gekomen omdat werknemer het deelnemersformulier niet heeft ondertekend, dan wel afstand zou hebben gedaan.

Het hof oordeelt als volgt. Nog daargelaten dat de stelling van werkgever niet is te rijmen met het standpunt van ALP dat partijen in het kader van het kort geding een minnelijke regeling hebben getroffen uit hoofde waarvan werknemer afstand heeft gedaan van zijn rechten uit de pensioenovereenkomst, kan aan het enkele niet terugzenden van het deelnameformulier, zonder bijkomende omstandigheden (ten aanzien waarvan ALP onvoldoende heeft gesteld), niet de gevolgtrekking worden verbonden dat tussen partijen geen pensioenovereenkomst is tot stand gekomen. Dat partijen inmiddels overeenstemming zouden hebben bereik over de afstandsverklaring, is niet komen vast te staan en strookt niet met de stellingen van werknemer dat geen overeenstemming is bereikt over de hoogte van de vergoeding. Werknemer heeft belang dat hij aanspraak heeft op zowel werkgevers- als werknemersdeel om zijn pensioen aan te helen.