Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/bestuurders van werkgever
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 4 november 2014
ECLI:NL:GHARL:2014:8465

werkneemster/bestuurders van werkgever

Rechtsvordering inzage boekhouding werkgever om ‘ernstige verwijt’ van bestuurders vast te stellen (bewust BV leegtrekken om betaling loonvordering onmogelijk te maken) te vroeg in de procedure ingesteld. Werkgever dient eerst verweer te voeren op stellingen werknemer.

Werkneemster is van 1 juli 2008 tot 1 april 2009 in dienst geweest van BV X. Werkneemster werkte 32 uur per week als huisarts op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tegen een salaris van (laatstelijk) € 4.040 bruto per maand. In aanvulling op het salaris was een winstdeling overeengekomen. Na afloop van het dienstverband is discussie ontstaan over loonvorderingen van werkneemster. Uiteindelijk is werkgever (BV X) veroordeeld tot betaling van achterstallig loon. In de onderhavige procedure richt werkneemster haar pijlen op de bestuurders van BV X, omdat BV X de uitbetaling van de loonsommen niet doet. Volgens werkneemster hebben de bestuurders van BV X bewust deze BV leeggehaald, althans een aandeel gehad in het feit dat het loon niet wordt uitbetaald, zodat sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Om dit aan te tonen vordert werkneemster inzage in de boekhouding van BV X (art. 843a Rv).

Het hof oordeelt als volgt. Het hof overweegt dat een exhibitievordering in beginsel voor toewijzing in aanmerking komt, indien is voldaan aan de volgende uit artikel 843a lid 1 Rv voortvloeiende, cumulatieve voorwaarden: (1) degene die de vordering instelt, dient een rechtmatig belang te hebben, en (2) het moet gaan om bepaalde bescheiden (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of zijn rechtsvoorganger partij is. Is aan deze voorwaarden voldaan, dan bestaat op grond van artikel 843a lid 4 Rv desalniettemin geen gehoudenheid tot overlegging van de bescheiden indien daarvoor gewichtige redenen bestaan, of indien redelijkerwijs aangenomen kan worden dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd. Of aan alle genoemde voorwaarden wordt voldaan, zal het hof vooreerst in het midden laten. In essentie komt het standpunt van werkneemster erop neer dat zij belang heeft bij de afgifte van de boekhouding van BV X over 2009 en 2010 teneinde te kunnen weerleggen de stelling van bestuurders dat sprake is van niet toerekenbare betalingsonmacht en tevens om haar eigen stelling, dat sprake is van persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders op grond van toerekenbare betalingsonwil, handen en voeten te geven. In deze fase van de procedure (in de hoofdzaak) is het nog niet goed mogelijk om te kunnen beoordelen of het belang dat werkneemster stelt van voldoende gewicht is om tot toewijzing van de vordering te kunnen leiden. Die beoordeling hangt nauw samen met de beoordeling in de hoofdzaak. Bestuurders dienen eerst hun verweer op de stellingen van werknemer te geven, waarna mogelijk alsnog een 843a Rv kan worden toegewezen.