Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting FNV Formaat
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 29 januari 2014
ECLI:NL:RBMNE:2014:6632

werkneemster/Stichting FNV Formaat

Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek managementassistente FNV Formaat. Toepassing sociaal plan (waarin voor leden van FNV Bondgenoten een hogere vergoeding is opgenomen dan voor niet-leden) is evident onbillijk.

Werkneemster is sinds 2001 in dienst van (de rechtsvoorganger van) FNV Formaat. Laatstelijk is zijn werkzaam als managementassistente. In het kader van een reorganisatie is met FNV Bondgenoten een sociaal plan overeengekomen. In het sociaal plan is bepaald dat de medewerker van wie het dienstverband eindigt, een vergoeding ontvangt die is gebaseerd op één bruto maandsalaris per dienstjaar met een maximum van zes maanden. Voor leden van FNV Bondgenoten is een extra faciliteit opgenomen. Deze werknemers krijgen namelijk een vergoeding van anderhalf bruto maandsalaris per dienstjaar met een maximum van twaalf maanden. Aan werkneemster is medegedeeld dat zij boventallig is en om die reden zal worden ontslagen. FNV Formaat heeft werkneemster een vergoeding aangeboden gelijk aan zes maandsalarissen, te weten € 17.024,68 bruto. Thans verzoekt werkneemster ontbinding. Zij realiseert zich dat de reorganisatie zal leiden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Zij kan zich echter niet vinden in een vergoeding zoals in het sociaal plan is neergelegd voor niet-leden van de vakbond. FNV Bondgenoten is onvoldoende representatief nu slechts een van de voor ontslag voorgedragen werknemers lid was en bovendien zijn er nauwe banden tussen FNV Formaat en FNV Bondgenoten. Daarnaast is het onderscheid dat in het sociaal plan wordt gemaakt tussen leden en niet-leden ongeoorloofd, want in strijd met het gelijkheidsbeginsel en met de vrijheid van vereniging en vergadering. Bovendien leidt toepassing van het sociaal plan in de specifieke situatie van werkneemster tot een evident onbillijke uitkomst. Werkneemster verzoekt een vergoeding met C=1 toe te kennen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. FNV Bondgenoten is voldoende representatief. Of in een sociaal plan een onderscheid mag worden gemaakt tussen leden en niet-leden is een principiële vraag. Enerzijds moet de contractuele vrijheid tussen vakbonden en werkgevers worden gerespecteerd, anderzijds moeten vakbonden – juist wanneer zij worden geacht met een sociaal plan alle, ook de ongebonden, werknemers te binden – ook de belangen van alle werknemers dienen en is daarbinnen slechts beperkt plaats voor het dienen van het eigenbelang zoals het aantrekkelijk(er) maken van lidmaatschap van de bond. Daarnaast zal ook een werkgever het gelijkheidsbeginsel – dat immers ook ten grondslag ligt aan de waarde die de kantonrechter in het algemeen toekent aan een sociaal plan – ten aanzien van alle medewerkers tot uitgangspunt moeten nemen.

Hoe deze verschillende rechten en plichten ten opzichte van elkaar moeten worden gewogen, kan evenwel in deze zaak in het midden blijven omdat – ook wanneer het sociaal plan wordt gevolgd, de toepassing hiervan in het geval van werkneemster leidt tot een evident onbillijke uitkomst. Van de vijf voor ontslag voorgedragen werknemers is werkneemster het langst in dienst, namelijk (ruim) 12 jaar. De maximering tot 6 maanden heeft voor haar dus grote gevolgen. Daarnaast is werkneemster van de vier niet-leden het oudste. Zij wordt verhoudingsgewijs dus ook het zwaarst getroffen door de beperking van één maandsalaris per dienstjaar. Daar komt bij dat FNV Formaat een werkneemster die geen lid was van FNV Bondgenoten maar van een andere vakbond, een vergoeding heeft toegekend als ware zij wel lid van FNV Bondgenoten. Dit alles heeft tot gevolg dat de vier andere werknemers een vergoeding krijgen die nagenoeg overeenkomt met een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule met C=1, terwijl die factor in het geval van werkneemster neerkomt op minder dan 0,5. Dit acht de kantonrechter evident onbillijk. Er wordt een vergoeding toegekend ter hoogte van de vergoeding die werkneemster zou hebben ontvangen als zij wel lid van FNV Bondgenoten was geweest (€ 34.049,36 bruto).