Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Imtech Industry International B.V.
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 18 november 2014
ECLI:NL:RBNNE:2014:6750

werknemer/Imtech Industry International B.V.

Voor non-actiefstelling werknemer wegens declaratiegedrag bestaat onvoldoende grond. Niet aannemelijk dat werknemer werkgever bewust heeft trachten te benadelen. Kenbare regels over ter beschikking gestelde gelden ontbreken. Toewijzing gevorderde wedertewerkstelling

Werknemer is in dienst van Imtech, laatstelijk in de functie van Projectleider. Vanwege zijn declaratiegedrag gedurende de periode dat hij als expat aan een project heeft gewerkt is hij op non-actief gesteld. Werknemer stelt dat hij ten onrechte op non-actief is gesteld en voert het volgende aan. Imtech heeft aanvankelijk weliswaar aangegeven dat er iets mis zou zijn met het declaratiegedrag, maar zij heeft toen nagelaten om aan te geven wat er precies mis was en waarom bepaalde door werknemer gedeclareerde bedragen uit zijn declaraties zijn geschrapt. Nadien heeft Imtech zich opeens op het standpunt gesteld dat sprake is van oneigenlijk gebruik van financiële middelen door werknemer, hetgeen hij uitdrukkelijk betwist. Ook de gestelde vertrouwensbreuk is door Imtech niet aannemelijk gemaakt, aldus werknemer. Werknemer dient, zodra hij weer arbeidsgeschikt is, onverwijld tot zijn werkzaamheden te worden toegelaten dan wel, indien de bedrijfsarts dat bevorderlijk acht voor zijn herstel, in staat te worden gesteld om binnen Imtech te re-integreren.

Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Imtech werknemer op non-actief gesteld zonder dat daarvoor een redelijke grond aanwezig was. Niet aannemelijk is gemaakt dat werknemer bewust gelden heeft besteed op een andere wijze dan de bedoeling was. Tussen partijen is niet in geschil dat zijdens Imtech aan werknemer een budget is toegekend voor de kosten van huishoudelijke hulp tijdens zijn verblijf in plaats X. Indien werknemer dit budget volledig aan huishoudelijke hulp had besteed, dan was het ter beschikking gestelde bedrag daarmee geheel opgesoupeerd en was er van de kant van Imtech hoogstwaarschijnlijk geen enkel bezwaar geuit tegen de(ze) besteding van het budget. In dit geval staat vast dat er van het voor huishoudelijke hulp aan werknemer ter beschikking gestelde bedrag maandelijks een bedrag overbleef. Aan Imtech kan worden toegegeven dat werknemer zich over de besteding van dit overschot had moeten verstaan met (zijn leidinggevenden bij) Imtech, met de vraag of het hem vrijstond dit overschot naar eigen inzicht te besteden. Dat is in dit geval niet gebeurd. Dit verzuim van werknemer – dat qua financiële omvang ook vrij beperkt was – rechtvaardigde echter niet het opleggen van een zwaarwegende maatregel als het op non-actief stellen van werknemer. Mede tegen de achtergrond van het langdurige dienstverband en diens – naar mag worden aangenomen, nu het tegendeel niet is gesteld – behoorlijke functioneren in al die jaren, had van Imtech mogen worden verwacht dat zij deze kwestie op een andere manier had opgelost, bijvoorbeeld door ‘een goed gesprek’ en/of zo nodig door werknemer een waarschuwing te geven. Tevens weegt mee dat niet gebleken is van kenbare regels binnen de organisatie van Imtech over de besteding van aan expats ter beschikking gestelde gelden. Imtech heeft ook niet aannemelijk weten te maken welk zwaarwegend belang gediend was met het verlengen van de non-actiefstelling. Nieuwe onvolkomenheden waren, zoals Imtech zelf stelt, niet gebleken, terwijl werknemer na zijn op non-actiefstelling nota bene heeft aangeboden om het bedrag waarvoor Imtech zich kennelijk benadeeld acht, voor zijn rekening te nemen. De door werknemer gevorderde wedertewerkstelling wordt toegewezen.