Naar boven ↑

Rechtspraak

Nieuwkoop Paprika’s B.V./werknemers
Gerechtshof Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 12 mei 2015
ECLI:NL:GHDHA:2015:955

Nieuwkoop Paprika’s B.V./werknemers

Opzegverbod wegens overgang van onderneming geldt ook bij bedrijfssluiting, indien (1) kort na de opzegging of (2) zelfs kort na de datum waartegen is opgezegd, een overgang van onderneming plaatsvindt. Overgang van onderneming in paprikakateelt.

(Zie ook AR 2015-0459). Werknemers zijn in dienst getreden van een VOF. Deze VOF hield zich bezig met de teelt van gewassen, in het bijzonder paprika’s. In juni respectievelijk september 2013 zijn werknemers wegens arbeidsongeschiktheid uitgevallen. In oktober 2013 verzoekt VOF toestemming voor ontslag van de werknemers wegens bedrijfssluiting. De arbeidsovereenkomsten zijn per 29 december 2013 met toestemming van het UWV opgezegd. Werknemers hebben zowel de VOF als Nieuwkoop Paprika’s BV in rechte betrokken en zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een vernietigbare opzegging wegens strijd met de opzegverboden ziekte en overgang van onderneming. De voorzieningenrechter heeft werknemers in het gelijk gesteld.

Het hof oordeelt als volgt. De opzeggingen sorteren geen effect indien de onderneming van VOF op Nieuwkoop Paprika’s eind december 2013/begin 2014 is overgegaan in de zin van artikel 7:662 BW. Een richtlijnconforme interpretatie van Richtlijn 2001/23/EG (hierna: de richtlijn) dwingt daartoe. Het hof stelt hierbij voorop dat de met artikel 4 lid 1 richtlijn beoogde bescherming van de werknemer vergt dat een opzegging ‘wegens overgang van onderneming’ in de zin van artikel 7:670 lid 8 BW ruim, en de opzegging ‘wegens bedrijfsbeëindiging’ in de zin van artikel 7:670b lid 2 BW eng geschiedt, indien er zich (1) kort na de opzegging of (2) zelfs kort na de datum waartegen is opgezegd, een overgang van onderneming plaatsvindt. In dergelijke gevallen heeft de opzegging ‘wegens bedrijfsbeëindiging’ te gelden als een opzegging ‘wegens overgang van onderneming’, ook indien het daadwerkelijke motief op het moment van de opzegging de toen voorgenomen of reeds gerealiseerde bedrijfsbeëindiging was (vgl HvJ EG 15 juni 1988, NJ 1990/247, r.o. 10 e.v.). Een andere duiding van een dergelijke opzegging, dat wil zeggen: een andere uitleg van genoemde bepalingen, leidt ertoe dat de werknemer de bescherming van de richtlijn wordt ontzegd, indien er zich, onverwacht voor de vervreemder, kort na de opzegging en/of na de datum waartegen is opgezegd, (toch) een overgang van onderneming plaatsvindt. De met de richtlijn beoogde bescherming van de werknemer dient hem/haar niet te worden ontzegd, enkel omdat het (eerdere) oogmerk van de vervreemder oprecht was met betrekking tot de grond voor de opzegging. De werknemer heeft in de genoemde gevallen ook geen andere rechtsgronden om te bewerkstelligen dat hij/zij in dienst treedt bij de verkrijger van de onderneming. Het voorgaande leidt ertoe dat in onderhavig geval, als er sprake is van een overgang van onderneming, de uitzondering op het opzegverbod bij ziekte (art. 7:670b lid 2 BW) zich niet voordoet en voorts dat de ontslagen in strijd met het opzegverbod van artikel 7:670 leden 1 en 8 BW zijn gegeven. In dat geval zijn de arbeidsovereenkomsten van werknemers overgegaan van VOF op Nieuwkoop Paprika’s, nu de vernietigbaarheid van de opzeggingen tijdig is ingeroepen.

VOF exploiteerde een paprikakwekerij op de gronden en in de kassen met bijbehorende inventaris. Deze activiteit is op hetzelfde adres en met gebruikmaking van dezelfde zaken voortgezet door Nieuwkoop Paprika’s. Volgens de gebruikelijke gang van zaken bij een paprikakwekerij worden aan het einde van het oogstseizoen de planten geruimd, elders zaden tot planten opgekweekt om vervolgens in de tuin te worden geplant, gecultiveerd en geoogst. Zo is ook in dit geval gehandeld. Nieuwkoop Paprika’s heeft – om de oogst van 2014 zeker te stellen – elders zaden laten opkweken. Zij is per 21 november 2013 gevestigd op het adres van VOF te Nootdorp, in de verwachting dat de opgekweekte planten aldaar zouden worden afgeleverd. Dat laatste is ook gebeurd. De opgekweekte planten zijn op 27 december 2013 op bedoeld adres afgeleverd. Nieuwkoop Paprika’s is in januari 2014 begonnen om deze planten in de grond te zetten. De gronden en kassen met bijbehorende inventaris van VOF zijn aan Nieuwkoop Paprika’s Holding verkocht bij overeenkomst van 23 december 2013 en aan laatstgenoemde geleverd op 6 februari 2014. Nieuwkoop Paprika’s Holding is – zo mag worden aangenomen – gelieerd aan Nieuwkoop Paprika’s. De gronden, kassen en inventaris zijn door Nieuwkoop Paprika’s Holding aan Nieuwkoop Paprika’s in gebruik gegeven voor het exploiteren van de paprikakwekerij. Aldus heeft de onderneming van VOF haar identiteit behouden. Aan het voorgaande doet niet af (1) dat er tussen VOF en Nieuwkoop Paprika’s geen (rechtstreekse) contractuele relatie bestond, (2) de onderneming van VOF (wellicht) enige tijd heeft stilgelegen, (3) VOF technisch failliet was, (4) Nieuwkoop Paprika’s tot eind december 2013 de mogelijkheid open hield om elders, in plaats van op het terrein van VOF, een paprikakwekerij te starten, (5) Nieuwkoop Paprika’s geen personeel van VOF wilde overnemen, (6) alle arbeidskrachten van Nieuwkoop Paprika’s bij derden worden ingehuurd, en dat (7) de bank mogelijk haar hypotheek- en pandrechten alsnog gaat executeren.