Pyton Communication Services B.V./werkneemster

Werkneemster is in eerste aanleg veroordeeld tot betalingen aan Pyton (werkgever). In hoger beroep stelt werkneemster dat zij niet gehouden is dit bedrag te betalen, omdat zij een vordering uit hoofde van kennelijk onredelijk ontslag op Pyton heeft. Hoewel de termijn van zes maanden reeds is verstreken en geen stuitingshandelingen hebben plaatsgevonden, is een vordering uit kennelijk onredelijk ontslag verjaard. Een beroep op verrekening zou volgens werkneemster nog wel mogelijk zijn.

Het hof oordeelt als volgt. De verjaringstermijn van de rechtsvordering van werkneemster op grond van kennelijk onredelijke opzegging is zes maanden (art. 7:683 (oud) BW). Voornoemde termijn is aangevangen op 1 september 2012, per welke datum de dienstbetrekking is geëindigd. De vordering uit onverschuldigde betaling van Pyton is ontstaan op het moment dat zij ter voldoening aan het vonnis d.d. 24 juli 2013 in eerste aanleg heeft betaald. Gezien het voorgaande is de vordering waarmee werkneemster wenst te verrekenen eerst ontstaan nadat de vordering van werkneemster is verjaard. Verrekening is dan niet mogelijk.