Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Alfasecure B.V. c.s.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 15 juli 2015
ECLI:NL:RBMNE:2015:8739

werknemer/Alfasecure B.V. c.s.

Werkgever, aannemer en medewerker van aannemer aansprakelijk voor schade werknemer als gevolg van bedrijfsongeval waarbij rollen linoleumtapijt zijn omgevallen en middenvoetsbeentjes zijn verbrijzeld.

Werknemer is in dienst geweest van Alfasecure in de functie ‘monteur van beveiligingsinstallaties.’ Tussen Alfagroup dan wel Alfasecure en X is in 2009 een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan X aan Alfagroup dan wel Alfasecure als onderaannemer de afmontage en inbedrijfstelling van het brand- en inbraakalarmsysteem voor een bouwproject heeft uitbesteed. De aangenomen werkzaamheden werden uitgevoerd door werknemers van Alfasecure. X op haar beurt had de deelopdracht ‘realisering van de elektrotechnische installaties’ ten aanzien van dit bouwproject aangenomen van hoofdaannemer B en was sinds oktober/november 2008 bezig met het aanbrengen van de bekabeling. Op 4 juni 2009 is werknemer een arbeidsongeval overeengekomen. Nadat door Y (medewerker van X) met één of meer rollen linoleumtapijt is geschoven zijn één of meer rollen omgevallen en zijn ook andere rollen in beweging gekomen, waarbij werknemer in het gezicht is geraakt en zijn rechtervoet beklemd is geraakt. Gebleken is dat de middenvoetsbeentjes en de kapsels zijn verbrijzeld. Werknemer vordert voor recht te verklaren dat Alfasecure (als formele werkgever op grond van art. 7:658 lid 1 jo. lid 2 BW), X (als materiële werkgever op grond van art. 7:658 lid 4 jo. lid 2 BW en als werkgever van Y op grond van art. 6:170 BW) en Y (op grond van art. 6:162 BW) aansprakelijk zijn voor de geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ten aanzien van de aansprakelijkheid van Y wordt als volgt geoordeeld. Het handelen van Y kan als onrechtmatige daad worden gekwalificeerd die hem kan worden toegerekend (schuld). Het valt Y te verwijten dat hij werknemer in een gevaarlijke situatie heeft gebracht, welk gevaar zich heeft verwezenlijkt, terwijl Y eenvoudig voorzorgsmaatregelen had kunnen nemen. Daar komt bij dat Y heeft verklaard dat, als hij het volgens het boekje had gedaan, hij een dergelijk obstakel op de werkplek waarschijnlijk had moeten melden aan zijn chef, of aan degene die de spullen daar had neergezet moeten vragen om ze weg te halen. Dat dit de regel is, is bevestigd door zijn leidinggevende. Voorts is X op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk voor de fout van Y. In het verlengde van de zeggenschap van X over de gedragingen van Y ligt de vraag - hoewel het antwoord daarop niet kan afdoen aan de aansprakelijkheid op grond van artikel 6:170 BW - of X aan haar zorgplicht ex artikel 7:658 lid 1 BW heeft voldaan, zoals haar bij comparitie d.d. 29 juli 2013 is opgedragen te bewijzen. X heeft niet (meer) betwist dat deze zorgplicht op haar als materiële werkgever rustte ingevolge artikel 7:658 lid 4 BW, nu zij in de uitoefening van haar bedrijf arbeid heef laten verrichten door een persoon met wie zij geen arbeidsovereenkomst had. De werknemers van Alfasecure waren werkzaam ten behoeve van de door X aangenomen opdracht betreffende het aanbrengen van de elektrotechnische installaties in het bouwproject, derhalve in de uitoefening van het bedrijf van X. Juist indien een werkgever te maken heeft met voortdurend veranderende situaties op de werkvloer, mag van hem worden verwacht dat de plek waar de werkzaamheden op een bepaald moment moeten worden verricht, daaraan voorafgaand wordt geïnspecteerd. In ieder geval mag van de werkgever worden verwacht dat duidelijke instructies worden gegeven hoe de door hem tewerkgestelde personen moeten omgaan met de situatie dat zij (niet eenvoudig te verplaatsen) obstakels op hun weg (werkplek) vinden, in het bijzonder wanneer zij steeds na onderbrekingen van enkele dagen op een nieuwe plek worden tewerkgesteld. Niet, althans onvoldoende, gesteld of gebleken is hoe X dienaangaande instructies heeft gegeven en hoe op de naleving daarvan toezicht wordt gehouden. Dit laatste is in deze zaak in het bijzonder van belang in de relatie Y. Y wees namens X de werknemers van Alfasecure onder meer de plek aan waar zij hun werkzaamheden moesten verrichten. Daardoor was hij door X betrokken bij de zorg die zij had voor de veiligheid van deze bij haar tewerkgestelde personen (vgl. HR 10 juni 2011, NJ 2011/273). X is niet geslaagd in de haar opgedragen bewijslast, zodat ook aansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 lid 4 BW wordt aangenomen. Nu X is tekortgeschoten in de zorg voor de veiligheid van werknemer en zij in de relatie tussen Alfasecure en werknemer heeft te gelden als hulppersoon van Alfasecure, is Alfasecure voor dit tekortschieten in die zorg als voor eigen tekortschieten aansprakelijk (art. 6:76 BW; HR 15 juni 1990, NJ 1990/716; HR 10 april 2002, NJ 2002/557). Het overlaten van deze zorg aan een ander wil niet zeggen dat de werkgever (Alfasecure) zelf van haar verplichtingen jegens de werknemer ontslagen is. Ook Alfasecure is niet geslaagd in de haar opgedragen bewijslast, zodat aansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW wordt aangenomen. Er wordt een schadevergoeding nader op te maken bij staat uitgesproken (art. 612 Rv).