Naar boven ↑

Rechtspraak

Afwijzing vordering wedertewerkstelling in oude functie werkneemster met keypositie. Gelet op belangen die op het spel staan (onder andere risico’s voor voortzetting van de samenwerking met grote klanten) is snel handelen, zonder verbetertraject voor werkneemster, gerechtvaardigd.

Werkneemster is vanaf 1 februari 1997 in dienst bij Adecco, laatstelijk in de functie van Business Unit Director Adecco Managed Services (BUD). De functie betreft een keypositie binnen Adecco. Op 20 juni 2016 is werkneemster uit haar functie ontheven, naar aanleiding van signalen binnen MS en de performance van MS bij klanten. Er zou sprake zijn van een risico voor medewerkers, maar ook in de dienstverlening naar klanten met risico’s voor Adecco op voortzetting van de samenwerking. Voor de continuïteit van de business/het belang van Adecco MS maar ook voor werkneemster als persoon is besloten de risico’s niet verder te laten oplopen. Op 24 juni 2016 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Werkneemster verzoekt wedertewerkstelling in de functie BUD.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Adecco heeft op 20 september 2016 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster ingediend. Het verzoek van Adecco om het verzoekschrift gelijktijdig met het onderhavige kort geding te behandelen, is door de kantonrechter afgewezen. Gelijktijdige behandeling van beide zaken wordt in strijd met de goede procesorde geacht omdat werkneemster onvoldoende gelegenheid stelt te hebben haar verweren in de ontbindingsprocedure en een eventueel tegenverzoek voor te bereiden. Aanhouding van de behandeling van de voorlopige voorziening is evenmin aan de orde, gelet op het spoedeisende karakter daarvan.

In de e-mail van 17 augustus 2016 licht Adecco uitvoerig en onderbouwd toe wat de redenen zijn geweest voor het besluit om werkneemster uit haar functie te ontheffen. Dat de handelwijze van Adecco binnen de context van deze zaak, in geval de door Adecco aangevoerde feiten en omstandigheden in een bodemprocedure zouden komen vast te staan, niet de toets van handelen als een goed werkgever zou doorstaan, is vooralsnog onvoldoende aannemelijk geworden. Niet in alle gevallen kan van een werkgever worden verwacht dat, alvorens te besluiten op de wijze zoals Adecco heeft gedaan, er functioneringsgesprekken worden gevoerd, gevolgd door een verbetertraject en evaluatie daarvan. Adecco heeft ter zitting aangevoerd dat training en coaching van werkneemster de nodige tijd zal vergen die Adecco haar vanwege de keypositie van werkneemster en de urgentie van het probleem, niet in haar oorspronkelijke functie kan geven maar wel in de nieuwe functie van Manager Business Line Outsourcing & Strategische Sales. Gelet op de keypositie van werkneemster als BUD binnen de organisatie van Adecco en de onderbouwde belangen van Adecco die op het spel staan (onder andere risico’s voor voortzetting van de samenwerking met grote klanten) kan niet worden uitgesloten dat de bodemrechter zal oordelen dat de snelheid van handelen en de besluitvorming door Adecco gerechtvaardigd zijn. Werkneemster is, zij het naar eigen zeggen onder protest, inmiddels bij Adecco werkzaam in de ‘nieuwe functie’ van Manager Business Line Outsourcing & Strategische Sales en de geldende arbeidsvoorwaarden behorende bij haar oorspronkelijke functie zijn – onweersproken – gehandhaafd. Dat de nieuwe functie ‘een wassen neus’ zou zijn, zoals door werkneemster is betoogd, is vooralsnog niet aannemelijk. Adecco heeft het belang van de nieuwe functie binnen haar organisatie voldoende toegelicht en over de invulling daarvan dient nog nader overleg met werkneemster te worden gevoerd. Anders dan werkneemster betoogt, kan thans met grote mate van waarschijnlijkheid worden aangenomen dat de bodemrechter zal oordelen dat sprake is van een wijziging van omstandigheden die noopt tot de functie-ontheffing en de voorgestelde functiewijziging. Volgt afwijzing van de vordering.