Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/AkzoNobel Functional Chemicals BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 22 november 2016
ECLI:NL:GHSHE:2016:5206

werknemer/AkzoNobel Functional Chemicals BV

Geen kennelijk onredelijk ontslag. Hoewel werkgever een verwijt kan worden gemaakt van het bedrijfsongeval, heeft werknemer niet gesteld dat er een causaal verband is tussen dit ongeval en de arbeidsongeschiktheid wegens welke hij uiteindelijk is ontslagen.

Werknemer is sinds 1 augustus 1987 in dienst bij AkzoNobel Functional Chemicals BV (hierna: AkzoNobel). Hij is in 2010 overgeplaatst naar de afdeling CPU/cluster 3. Op 15 maart 2010 is werknemer arbeidsongeschikt geraakt na een ongeval op de werkplek. Vanaf 17 mei 2011 is werknemer op therapeutische basis weer aan het werk gegaan. AkzoNobel heeft hem in het kader van re-integratie een tijdelijke functie laten uitvoeren, te weten de functie van monsterverzender. Nadat medio 2013 de belastbaarheid van werknemer was toegenomen, wenste AkzoNobel niet meer mee te werken aan een terugkeer van werknemer in de functie van medewerker monsterverzending. AkzoNobel heeft op 17 mei 2013 toestemming gevraagd aan het UWV om de arbeidsovereenkomst met werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid op te zeggen. Deze toestemming is verleend. Werknemer vordert een verklaring voor recht dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. Tegen dit vonnis komt werknemer in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. AkzoNobel kan een verwijt van het ongeval op de werkplek d.d. 15 maart 2010 worden gemaakt. Het probleem met het zuigmechanisme was AkzoNobel al langere tijd bekend. Nergens blijkt uit dat AkzoNobel specifiek maatregelen heeft getroffen en/of instructies heeft gegeven om de werknemers te beschermen tegen de gevaren van het niet naar behoren functioneren van het apparaat. Het ongeval heeft plaatsgevonden nadat werknemer was overgeplaatst van de afdeling Aromox naar de afdeling CPU/cluster 3, maar het verwisselen van de accu’s was een activiteit die werknemer al jaren verrichtte. Het hof verenigt zich dan ook met het oordeel van de kantonrechter dat de overplaatsing als zodanig niet van invloed is geweest op het aan werknemer overkomen ongeval. AkzoNobel heeft gemotiveerd betwist dat zij onvoldoende rekening heeft gehouden met de reeds bestaande klachten van werknemer bij de overplaatsing. Uit de adviezen van de bedrijfsarts, alsmede het daarna verrichte werplekonderzoek komt naar voren dat werknemer gelet op zijn rug- en schouderklachten het werk op de afdeling CPU/cluster 3 niet (alleen) aankon. AkzoNobel heeft echter aangevoerd dat op basis van het werkplekonderzoek in overleg met de bedrijfsarts is bepaald dat het afvulstation Aromox/Arquad een passende werkplek voor werknemer zou zijn. Tegenover deze gemotiveerde betwisting heeft werknemer onvoldoende onderbouwd dat hij daadwerkelijk werkzaamheden heeft moeten verrichten die hij door zijn medische problemen niet kon en mocht verrichten. Wat werknemer omtrent zijn overplaatsing heeft gesteld, kan niet tot de conclusie leiden dat er mede op die grond sprake is van kennelijk onredelijk ontslag. Het hof verwerpt bovendien de stelling van werknemer dat AkzoNobel is tekortgeschoten in de nakoming van de op haar rustende re-integratieverplichtingen na het ongeval. Werknemer heeft gesteld dat AkzoNobel aanvankelijk – gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid – te weinig aan de re-integratie heeft gedaan. Mede gelet op de medische problemen van werknemer zijn er echter geen concrete aanwijzingen dat in het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid kansen op re-integratie zijn gemist. Gesteld noch gebleken is dat een eventueel gebrek in de re-integratie gedurende het eerste jaar nog een rol heeft gespeeld bij het voortduren van de arbeidsongeschiktheid, die tot het ontslag heeft geleid. Vast staat dat AkzoNobel werknemer heeft aangeboden om een tweedespoortraject te starten in het kader van re-integratie buiten AkzoNobel en dat werknemer van dat aanbod geen gebruik heeft gemaakt. Daarvoor heeft hij als reden opgegeven dat hiertoe geen aanleiding was omdat er een – structurele – functie van medewerker monsterverzending was die hij kon uitvoeren. Het hof deelt dit standpunt niet. In elk geval moet de conclusie zijn dat AkzoNobel, zoals zij behoorde te doen, de inschakeling van werknemer heeft bevorderd in voor hem passende arbeid in het bedrijf van een andere werkgever. Hiervoor is geoordeeld dat AkzoNobel een verwijt van het ongeval van 15 maart 2010 kan worden gemaakt. Nu werknemer evenwel niet stelt dat er een causaal verband is tussen dit ongeval en de arbeidsongeschiktheid wegens welke hij uiteindelijk is ontslagen, legt dit verwijt alles overwegende bij de in dezen te maken vergelijking onvoldoende gewicht in de schaal. Dat geldt ook voor de door werknemer gestelde gevolgen van zijn arbeidsongeschiktheid in sociaal, medisch en financieel opzicht. Volgt bekrachtiging van het bestreden vonnis.