Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Huisartsendienstenstructuur Zeeland/werknemer c.s.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 15 november 2016
ECLI:NL:GHSHE:2016:5116

Stichting Huisartsendienstenstructuur Zeeland/werknemer c.s.

Cao-bepaling in strijd met dwingend recht? Doorbetalen loon over vakantiedagen inclusief ANW-toeslag. Verdere beslissing wordt aangehouden in afwachting van aktewisseling.

Feiten

Werknemers X en Y zijn sinds 2003 in dienst bij de Stichting Huisartsendienstenstructuur Zeeland (hierna: SHZ). Op de arbeidsovereenkomsten is de CAO Huisartsenzorg (hierna: de cao) van toepassing. Artikel 4.10 van de cao voor 2013 bepaalt dat werknemers die hun werkzaamheden regulier in de avond, nacht en weekenden verrichten in aanmerking komen voor een avond-, nacht- en weekenddiensttoeslag (ANW-toeslag). In hetzelfde artikel is bepaald dat de ANW-toeslag niet verschuldigd is over opgenomen vakantiedagen. Eerdere versies van de cao hadden vanaf 2006 een artikel met dezelfde inhoud als artikel 4.10 van de cao voor 2013. Tot 1 juli 2008 gold een overgangsregeling. Die kwam erop neer dat indien de werkgever de ANW-toeslag over opgenomen vakantiedagen voor 1 juli 2006 aan de werknemer regulier heeft betaald de werkgever de ANW-toeslag over vakantiedagen betaalt tot uiterlijk 1 juli 2008. De cao bepaalt met ingang van 1 januari 2014 dat de ANW-toeslag ook wordt betaald over opgenomen vakantiedagen. Kern van het geschil is of werknemers X en Y over de periode van juli 2008 t/m december 2013 recht hebben op de ANW-toeslag over het loon tijdens vakantie, hoewel de cao bepaalt dat de ANW-toeslag niet verschuldigd is over opgenomen vakantiedagen. De kantonrechter heeft voor recht verklaard dat SHZ gehouden is met terugwerkende kracht aan werknemers X en Y over de periode van juli 2008 tot en met januari 2014 de ANW-toeslag tijdens opgenomen en uitbetaalde vakantiedagen alsnog te voldoen. Tegen dit vonnis komt SHZ in hoger beroep.

Oordeel

X en Y betogen dat de desbetreffende cao-bepaling in strijd is met dwingend recht en wensen alsnog op grond van artikel 7:639 lid 1 BW het loon over vakantiedagen inclusief ANW-toeslag te ontvangen. Voorts hebben zij aangevoerd dat in de (Nederlandse) jurisprudentie wordt uitgegaan van een ruim loonbegrip. Ook beroepen zij zich in dit verband op de Europese Richtlijn 2003/88/EG en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. SHZ heeft zich op het standpunt gesteld dat doordat de bepalingen uit de cao in de periode van 2006 tot en met 2013 algemeen verbindend zijn verklaard geweest, dus ook de bepaling waarin vermeld staat dat geen ANW-toeslag verschuldigd is over vakantiedagen, deze een wettelijke status hebben gekregen zodat SHZ als werkgeefster verplicht is om de cao integraal na te leven. Dit heeft tevens tot gevolg dat richtlijnconforme interpretatie niet is toegestaan, omdat die interpretatie zou leiden tot een zogenoemde contra legem-situatie, aldus SHZ. Er is volgens SHZ dus geen ruimte voor interpretatie: de cao-bepaling is duidelijk en heeft tevens wettelijke status gekregen. X en Y hebben eerst bij memorie van antwoord het verweer gevoerd dat SHZ daarmee de betekenis van de algemeenverbindendverklaring miskent, onder meer nu in het – standaard – dictum steeds bij de algemeenverbindendverklaring van een cao het navolgende is gestipuleerd: ‘Voor zover de in dictum I opgenomen bepalingen strijdig zijn met bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.’, waarbij met dictum I de cao-tekst zelf is bedoeld. De desbetreffende cao-bepaling mist in het geval deze strijdig is met de wet derhalve reeds op grond van de tekst van de algemeenverbindendverklaring zelf toepassing. De wettekst – in dit geval artikel 7:639 lid 1 BW – dient dan ook zonder inkorting gevolgd te worden. Aldus – steeds – X en Y. Op dat verweer van X en Y, dat zij hebben uitgewerkt in hun memorie van antwoord, heeft SHZ nog niet kunnen reageren. Uitsluitend daarvoor kunnen zij thans nog een akte nemen, waarna X en Y een antwoordakte mogen nemen. In afwachting van de aktewisseling zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.