CSU Personeel B.V./werknemer

Feiten

Werknemer is sinds 2002 in dienst bij CSU Personeel B.V. (hierna: CSU). Werknemer heeft zich gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst meerdere keren niet gehouden aan de voor hem geldende voorschriften in het geval van ziekmeldingen vanuit het buitenland. Gedurende de periode 5 september tot 17 oktober 2016 heeft werknemer verlof opgenomen. Op 14 oktober 2017 heeft werknemer zich vanuit het buitenland ziek gemeld. Ook deelde hij mede niet te kunnen of mogen reizen. CSU heeft de ziekmelding niet geaccepteerd. De bedrijfsarts heeft in december geconcludeerd dat onvoldoende aannemelijk is dat werknemer niet kon reizen om tijdig terug te zijn na vakantie en ook dat werknemer zijn werkzaamheden volledig kon hervatten per 2 december 2016. Werknemer heeft zijn werkzaamheden niet hervat. Het UWV heeft naar aanleiding van een door CSU verzocht deskundigenoordeel geconcludeerd dat werknemer per 2 december 2016 niet geschikt wordt geacht voor het eigen werk. CSU verzoekt thans de arbeidsovereenkomst te ontbinden, vanwege verwijtbaar handelen (e-grond) dan wel vanwege een verstoorde arbeidsverhouding (g-grond).

Oordeel

Opzegverbod

Partijen verschillen weliswaar van mening over de vraag of werknemer op enig moment en ook nu nog wegens ziekte arbeidsongeschikt is, maar nu het verzoek van CSU geen verband houdt met de vaststelling daarvan, maar met de beantwoording van de vraag of werknemer zich verwijtbaar niet heeft gehouden aan de voor hem geldende voorschriften bij ziekteverzuim stelt de kantonrechter vast dat onderhavig verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst geen verband houdt met enig opzegverbod.

Verwijtbaar handelen

Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door CSU naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onderdeel e BW. Werknemer heeft zich in de jaren voorafgaand aan de laatste ziekmelding ten minste driemaal niet gehouden aan de voor hem ingevolge het verzuimreglement geldende voorschriften bij ziekmelding vanuit het buitenland. Werknemer is steeds door CSU gewaarschuwd die voorschriften op te volgen. Tijdens het aan werknemer toegestane (onbetaalde) verlof voor de periode 5 september tot 17 oktober 2016 heeft werknemer zich weliswaar bij CSU ziek gemeld, maar werknemer heeft daarbij nagelaten, ook na uitdrukkelijke verzoeken daartoe van de zijde van CSU, om aan CSU de informatie te verstrekken zoals bedoeld in het verzuimreglement. Weliswaar is werknemer na de eerste ziekmelding (van 14 oktober 2016) op 31 oktober 2016 opgenomen in een ziekenhuis voor een acute operatie, maar niet is gebleken dat werknemer niet op of omstreeks 21 oktober 2016 en in ieder geval voor 31 oktober 2016 de door CSU op 14 oktober 2016 gevraagde informatie had kunnen verstrekken. Werknemer heeft daar ook geen verklaring voor gegeven. Door aldus te handelen ontnam werknemer aan CSU de mogelijkheid om de juistheid van de door werknemer gestelde arbeidsongeschiktheid wegens ziekte vast te (laten) stellen. Met name liet werknemer na het daarvoor van belang zijnde telefoonnummer waaronder hij was te bereiken en zijn verblijfadres in het buitenland mee te delen.

Ernstig verwijtbaar handelen

In het verlengde van wat hiervoor is overwogen ligt naar het oordeel van de kantonrechter besloten dat de grond voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen dan wel nalaten door werknemer.

Conclusie

De arbeidsovereenkomst zal op de kortst mogelijke termijn op basis van de e-grond worden ontbonden. Aan werknemer komt geen transitievergoeding toe.