werknemer/X Graanhandel N.V.

Feiten

Werknemer (geboren 1969) is op 1 maart 2007 bij X Graanhandel in dienst getreden als algemeen medewerker productie. Zijn laatstgenoten salaris bedroeg € 2370,67 bruto per maand. Werknemer is sinds 2015 arbeidsongeschikt en heeft op enig moment meermalen e-mails gestuurd aan de directeur waarin hij – op dreigende toon – verzocht om een minnelijke regeling. Nadat partijen een vaststellingsovereenkomst over het loon hadden gesloten met daarin ook de afspraak dat werknemer na zijn vakantie weer voor vier uur per dag aan de slag zou gaan, verhardt de toon van werknemer opnieuw. Werknemer verschijnt niet op het werk. Op 10 augustus 2016 ontslaat X werknemer op staande voet. Werknemer heeft de kantonrechter verzocht de opzegging ter vernietigen. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Dreigende e-mail levert ontslag op staande voet op

Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat de e-mail van werknemer van 9 augustus 2016 een serieus en ernstig dreigement aan X Graanhandel en de directeur/statutair bestuurder van Graanhandel N.V. inhoudt en dat zij dat ook als zodanig konden en mochten beschouwen. De stelling van werknemer dat hij op het moment van het schrijven van de e-mail in een hevige emotionele toestand was ofwel hevig ontdaan was, zoals hij ter gelegenheid van de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft gesteld, wil het hof evenals de kantonrechter wel aannemen gelet op het feit dat de echtgenote van werknemer had aangekondigd te willen scheiden. Maar dat maakt de bedreiging niet minder ernstig of minder verwijtbaar. Het hof is – anders dan werknemer – van oordeel dat X Graanhandel als werkgever voldoende zorgvuldig tewerk is gegaan. Voordat X Graanhandel haar beslissing tot ontslag op staande voet nam heeft zij contact opgenomen met de casemanager van de arbodienst. Rekening houdend met alle omstandigheden van het geval, ook met de voorgeschiedenis als onder meer beschreven in de ontslagbrief en met de persoonlijke omstandigheden van werknemer en de gevolgen van het ontslag op staande voet, is het hof van oordeel dat een belangenafweging niet in het voordeel van werknemer kon en kan uitvallen gelet op de bedreigende inhoud van de e-mail van 9 augustus 2016.