Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/X Coating BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 18 juli 2017
ECLI:NL:GHSHE:2017:3311

werknemer/X Coating BV

Ontslag 55-jarige productiemedewerker na twee jaar arbeidsongeschiktheid leidt niet tot kennelijk onredelijke opzegging. Bewijslast van causaal verband tussen arbeidsongeschiktheid en werkomstandigheden rust op werknemer.

Feiten

Werknemer (geboren 1960) is in 2005 in dienst getreden van X Coating als productiemedewerker. Laatstelijk verdiende hij € 1745,25 per maand. Op 18 april 2011 is werknemer wegens arbeidsongeschiktheid uitgevallen. Met toestemming van UWV is de arbeidsovereenkomst wegens ziekte opgezegd per 1 maart 2014. Werknemer vordert herstel van de arbeidsovereenkomst (ex art. 7:682 BW ) wegens kennelijk onredelijke opzegging.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Geen valse grond voor opzegging

Het verweer van werknemer bij het UWV luidde niet dat de opgegeven reden onjuist was, maar dat het verzoek niet toewijsbaar was, omdat hij niet kon uitsluiten dat hij binnen 26 weken weer in staat zou zijn om passende of aangepaste werkzaamheden te verrichten. Dat verweer heeft het UWV uiteindelijk (en tegen het tot twee maal ingewonnen advies van een deskundige in) verworpen. De door werkgever aan het verzoek om een ontslagvergunning ten grondslag gelegde grond kan onder die omstandigheden niet als vals worden gekwalificeerd.

Gevolgencriterium leidt niet tot kennelijk onredelijk ontslag

De persoonlijke omstandigheden (55 jaar, eenzijdig opgeleid, arbeidsongeschiktheid) leiden niet tot kennelijke onredelijkheid van de opzegging. Wat het vermeende causaal verband betreft tussen de arbeidsongeschiktheid en de werkomstandigheden is het in een 681-procedure aan werknemer om te stellen en te bewijzen dat van een dergelijk causaal verband sprake is. Werknemer is hierin niet geslaagd. Op grond van het voorgaande komt het hof tot het oordeel dat de aangevoerde omstandigheden, voor zover het bestaan ervan in rechte is komen vast te staan, noch elk voor zich noch in onderling verband bezien de slotsom rechtvaardigen dat – gelet op het ontbreken van een financiële of andere voorziening – toepassing van het gevolgencriterium de conclusie rechtvaardigt dat het gegeven ontslag kennelijk onredelijk is.