Naar boven ↑

Rechtspraak

A.S.R. Nederland N.V./X
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 6 februari 2018

A.S.R. Nederland N.V./X

<p>ASR heeft een zodanig zwaarwichtig belang bij de wijziging van de regeling van de hypotheekrentekorting, dat het belang van X dat door de wijziging zou worden geschaad hiervoor moet wijken.</p>

Feiten

Bij het tussenarrest heeft het hof ASR toegelaten feiten en omstandigheden te bewijzen waaruit volgt dat zij een zwaarwichtig belang had bij de wijziging van de regeling van de hypotheekrentekorting. ASR heeft de processen-verbaal van getuigenverhoor in de parallelzaak (AR 2017-1083) in het geding gebracht.

Oordeel

Uit de getuigenverklaringen is naar het oordeel van het hof voldoende komen vast te staan dat ASR met name vanwege de financiële crisis in 2008 en de ontvlechting in 2008 van destijds Fortis Verzekeringen Nederland (thans ASR) van het Fortis-concern genoodzaakt was om ingrijpende financiële maatregelen te nemen teneinde het voortbestaan van haar onderneming te waarborgen. Getuigen hebben verklaard dat 2008 een verlies liet zien van ongeveer 640 miljoen euro en dat een kostenbesparing van ongeveer 100 miljoen euro was vereist om het negatieve tij te keren. Uit een getuigenverklaring blijkt dat de wijziging van de regeling van de hypotheekrentekorting tot een eenmalige besparing heeft geleid van 3,9 miljoen euro en voorts tot een structurele besparing van ruim 1 miljoen euro per jaar. Dit blijkt ook uit een ingebracht rapport. Bij het voorgaande acht het hof van belang dat ook de ondernemingsraad van ASR positief stond tegenover de wijziging van de hypotheekrentekorting. Sterker nog, de ondernemingsraad stelde zich op het standpunt dat ook de huidige gepensioneerden en de reeds uit dienst getreden arbeidsongeschikten op dezelfde wijze moesten worden behandeld. Anders gezegd, de ondernemingsraad stond een nog verderstrekkend voorstel voor ogen. Het feit dat de besparing op de kosten van de hypotheekrenteregeling in vergelijking met andere kostenbesparingen een klein deel van de totaal door ASR beoogde besparingen bedroeg, betekent niet dat de besparing op de kosten van de hypotheekrentekorting niet gerechtvaardigd was en evenmin dat op die grond een zwaarwichtig belang bij de wijziging van deze regeling ontbrak. Het hof is dan ook van oordeel dat ASR erin is geslaagd te bewijzen dat zij een zwaarwichtig belang had bij de wijziging van de regeling van de hypotheekrentekorting. Vervolgens dient beoordeeld te worden of ASR een zodanig zwaarwichtig belang heeft bij de wijziging van de regeling van de hypotheekrentekorting dat het belang van X dat door de wijziging van de regeling zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid behoort te wijken. Het hof wil wel aannemen dat X vanaf 1 januari 2016 nadelig effect heeft bemerkt van het afschaffen van de hypotheekrentekorting. Dat effect is echter geringer dan hij stelt, doordat de vanaf 1 januari 2016 'extra' betaalde hypotheekrente aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting. Verder wordt het nadeel uitgesteld door de toepasselijkheid van de overgangsmaatregel. Voorts heeft ASR terecht aangevoerd dat de schade onzeker is doordat de hoogte van de misgelopen korting ook wordt bepaald door toekomstige, thans onzekere gebeurtenissen. Ook indien het hof ervan zou uitgaan dat er enige schade is door de wijziging van de regeling en er in zoverre enig belang aan zijn kant bestaat, is het hof van oordeel dat dit belang naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken voor het belang van ASR. Het vonnis van de kantonrechter wordt vernietigd.

  • Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
  • Datum uitspraak: 06-02-2018
  • Roepnaam: A.S.R. Nederland N.V./X
  • Zaaknummer: 200174255
  • Nummer: AR-2018-0334
  • Onderwerpen: Redelijkheid en billijkheid (6:248 BW)
  • Trefwoorden: hypotheekrentekorting, wijzigen hypotheekrente, eenzijdige wijziging, zwaarwichtig belang, redelijkheid en billijkheid en belangenafweging