Feiten

De aandelen in Auto's B.V. worden gehouden door dhr. X en zijn echtgenote. Zij zijn eveneens bestuurders van Auto's B.V. De zoon van dhr. en mw. X houdt de aandelen in Car Service en  Lease en Verhuur. Hij is ook bestuurder van die vennootschappen. Werknemer is (in elk geval) met ingang van 1 januari 2014 op basis van een (mondelinge) arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Car Service. Werknemer heeft zich op 26 september 2016 ziek gemeld. Op 11 juli 2017 is werknemer een kort geding gestart tegen Car Service en heeft (door)betaling van loon tijdens ziekte gevorderd. De kantonrechter heeft Car Service veroordeeld tot betaling van achterstallig loon over de periode oktober 2016 tot en met juli 2017. Op 10 april 2018 is Car Service, op eigen aanvraag, in staat van faillissement verklaard. De curator heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd. Het UWV heeft aan werknemer geschreven dat hij geen uitkering kan krijgen, omdat Car Service op 6 maart 2018 is overgenomen door Auto’s B.V. en Car Service pas daarna failliet is verklaard. Werknemer heeft bij Auto’s B.V. aanspraak gemaakt op (door)betaling van loon. Auto’s B.V. heeft dit geweigerd. Werknemer is daarna deze procedure gestart tot betaling van – onder meer – achterstallig loon. De kantonrechter heeft de loonvordering (gedeeltelijk) toegewezen. Auto’s B.V. heeft vier grieven gericht tegen het vonnis.  

Oordeel

Volgens Auto’s B.V. is geen sprake van overgang van onderneming, zodat de vordering alsnog dient te worden afgewezen. Auto’s B.V. heeft ter onderbouwing gesteld dat sprake is geweest van het in bezit nemen van eigendommen van Auto’s B.V. bij Car Service dan wel dhr. en mw. X door opeising daarvan, omdat in 2017 gelden waren verstrekt om de bedrijfsvoering van Car Service te verstevigen. Feitelijk zou er geen onderneming zijn overgenomen. Het hof toetst aan artikel 7:662 BW en jurisprudentie en is voorshands van oordeel dat sprake is van een overgang van een economische eenheid met identiteitsbehoud. Het hof overweegt dat de aard van de betrokken economische eenheid (auto- en garagebedrijf) dezelfde is. Weliswaar stelt Auto's B.V. dat alle activa waarvan Car Service gebruikmaakte al in eigendom toebehoorden aan Auto's B.V. en/of dhr. en mw. X en dat dus geen activa aan haar zijn overgedragen, maar voorshands kan worden aangenomen dat sprake is van goodwill- en klanten(kring)behoud. Daarbij komt dat Auto's B.V. ten behoeve van deze werkzaamheden arbeidsovereenkomsten heeft gesloten met vier (voormalige) werknemers van Car Service. Werknemer is dan ook van rechtswege in dienst getreden bij Auto’s B.V.

Betaling van loon

Tussen partijen is niet in geschil dat geen schriftelijke arbeidsovereenkomst voorhanden is. Auto's B.V. betwist weliswaar dat de cao Metaal en Techniek – Carrossiebedrijf van toepassing is, maar dit is op geen enkele wijze onderbouwd. Bij gebreke van voldoende aanknopingspunten voor een andersluidend oordeel moet voorshands worden geoordeeld dat de in de periode van 2016 tot en met 2018 algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de cao van toepassing zijn. Werknemer is met ingang van 24 september 2018 in aanmerking gekomen voor een IVA-uitkering. Daarmee staat naar het voorlopig oordeel van het hof vast dat is voldaan aan de voorwaarden van de cao  op grond waarvan Auto’s B.V. gedurende een periode van maximaal 24 maanden 100% van het salaris dient door te betalen dat werknemer bij arbeidsgeschiktheid zou hebben verdiend.