Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 december 2021
ECLI:NL:GHAMS:2021:4012
Feiten
In 2011 hebben Atos en de COR een ondernemingsovereenkomst in de zin van artikel 32 lid 2 WOR gesloten. Bij brief van 16 december 2016 heeft Atos een verzoek tot instemming bij de COR ingediend om de jubileumregeling aan te passen in die zin dat het extra maandsalaris zou komen te vervallen, vanwege de sterk dalende inkomsten en winstgevendheid van het bedrijf en de noodzaak om te kunnen blijven investeren in training en ontwikkeling. In een e-mail van 20 december 2016 heeft de COR laten weten niet in te stemmen met dit verzoek. Bij brief van 29 december 2016 heeft Atos aan de COR meegedeeld dat zij een voldoende zwaarwegend belang heeft om tot beëindiging van de jubileumuitkering over te gaan. Atos heeft daarom besloten de jubileumuitkering met ingang van 1 januari 2017 te beëindigen conform het besluit. Bij brief van 9 januari 2017 heeft de COR nogmaals laten weten niet in te stemmen. Medio januari 2017 zijn partijen in overleg getreden. Bij brief van 30 maart 2017 heeft Atos de uitvoering van het voorgenomen wijzigingsbesluit opgeschort tot 1 juni 2017. Tijdens een arbeidsvoorwaardenoverleg op 13 april 2017 is afgesproken de versobering van de jubileumuitkering als opzichzelfstaand onderwerp zal worden besproken. De COR heeft vervolgens een commissie ingesteld en vervolgens hebben er meerdere overleggen plaatsgevonden. Partijen zijn er niet uitgekomen en Atos heeft op 8 augustus 2018 laten weten het besluit onverkort voor te zetten. De COR heeft een verklaring voor recht verzocht dat de besluiten tot wijziging van de jubileumregeling een besluit vormen als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub c WOR en de besluiten vanwege het ontbreken van instemming nietig zijn. De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen. Atos komt tegen de beslissingen van de kantonrechter op.
Oordeel
Instemmingsrecht op grond van de WOR
Naar het oordeel van het hof is het besluit tot wijziging van de jubileumregeling geen besluit tot wijziging van een beloningsregeling in de zin van artikel 27 lid 1 sub c WOR. Een jubileumuitkering is een eenmalige beloning voor het langdurige dienstverband van de desbetreffende werknemer en vormt daarmee een onderdeel van het loon, dat afhankelijk is van de duur van het dienstverband. Door de voorgenomen wijziging van de jubileumregeling, te weten een individueel opleidingsbudget in plaats van een jubileumuitkering, wordt de systematiek van een dergelijk beloningssysteem niet gewijzigd. Naar het oordeel van het hof is evenmin sprake van een besluit tot wijziging van een regeling op het gebied van de personeelsopleiding als bedoeld in artikel 27 lid 1 sub f WOR. De voorgenomen wijziging bepaalt immers enkel dat aan de jubilaris een individueel opleidingsbudget toekomt in plaats van de uitkering van een extra maandsalaris. Het hof is voorts van oordeel dat Atos ook geen instemmingsrecht in het leven heeft geroepen door zelf te hebben verzocht om instemming van het besluit tot wijziging van de jubileumregeling. De COR heeft op basis van de ondernemingsovereenkomst om instemming verzocht en niet op basis van een overeengekomen uitbreiding van het instemmingsrecht.
Instemmingsrecht op grond van de ondernemingsovereenkomst
Tijdens het arbeidsvoorwaardenoverleg van 13 april 2017 hebben partijen afgesproken dat de discussie als een op zichzelf staand onderwerp in een commissie zal worden besproken en daarom voortaan apart van het reguliere arbeidsvoorwaardenoverleg zal worden gevoerd. Nadien hebben partijen het onderwerp in een separaat traject met een speciaal hiervoor opgerichte COR-commissie tijdens verschillende bijeenkomsten met elkaar besproken. Daarnaast is het onderwerp in heel 2017 ook tijdens verschillende arbeidsvoorwaardenoverleggen – parallel aan het traject van de COR-commissie – aan de orde gekomen. Onder deze omstandigheden kan niet gezegd worden dat het wijzigingsbesluit dat tijdens het arbeidsvoorwaardenoverleg van 2 maart 2017 is voorgesteld alsnog een tussentijds voorgesteld wijzigingsbesluit werd omdat Atos op verzoek van de COR het onderwerp in een separaat overlegtraject heeft behandeld. Het feit dat Atos het onderwerp voor het eerst al in december 2016 aan de COR heeft voorgelegd, maakt dat niet anders. Uit de ondernemingsovereenkomst moet verder worden afgeleid dat Atos de jubileumregeling tijdens het reguliere arbeidsvoorwaardenoverleg mocht wijzigen, mits zij daarover voorafgaand overleg met de COR heeft gevoerd. Het streven van partijen is weliswaar gericht op totstandkoming van overeenstemming over de voorgenomen wijzigingen, maar ook zonder instemming van de COR kan Atos na overleg tot deze wijziging overgaan.