Naar boven ↑

Rechtspraak

EOS B.V./werkneemster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 5 januari 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:180
Werkneemster schendt geheimhoudingsbeding door ongebruikelijk grote hoeveelheid bestanden te downloaden naar privécomputer. Dat de bestanden niet zijn gedeeld met derden en deze inmiddels niet meer in haar bezit zijn door computercrash, doet hier niet aan af.

Feiten

Werkneemster is op 1 februari 2020 in dienst getreden bij Eos in de functie van operationeel manager. In artikel 11 van de arbeidsovereenkomst zijn partijen een geheimhoudingsbeding overeengekomen. In artikel 12 van de arbeidsovereenkomst zijn partijen een regeling ter zake van nevenwerkzaamheden overeengekomen. Artikel 14 van de arbeidsovereenkomst bevat een boetebeding. Half oktober 2020 hebben partijen een beëindigingsovereenkomst gesloten, op basis waarvan de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is beëindigd met ingang van 1 januari 2021. In de beëindigingsovereenkomst is bepaald dat artikel 11 evenals het daarmee verband houdende artikel 14 van de arbeidsovereenkomst onverminderd van kracht blijft. Vanaf 14 december 2020 is werkneemster vrijgesteld van werkzaamheden. Op 27 november 2020 heeft werkneemster haar werklaptop en -telefoon ingeleverd bij Nedvice (ICT-dienstverlener van Eos). Nadat werkneemster bestanden daarvan had verwijderd, heeft Nedvice de apparaten teruggezet naar fabrieksinstellingen. In een brief van 16 februari 2021 schrijft Eos aan werkneemster dat, na onderzoek van logbestanden van de server, is vastgesteld dat werkneemster in ieder geval op 27 november 2020 talloze bedrijfsbestanden van de server heeft verwijderd, zonder medeweten en zonder instemming van Eos. Werkneemster reageert in een e-mail van 18 februari 2021, waarin zij erkent op haar laatste werkdag een flink aantal bestanden te hebben verwijderd, maar geen belangrijke bedrijfsbestanden. Eos vordert onder meer dat de kantonrechter voor recht verklaart dat werkneemster heeft gehandeld in strijd met het geheimhoudingsbeding en het verbod op nevenwerkzaamheden, en werkneemster veroordeelt tot betaling van € 70.000 voor verbeurde boetes.

Oordeel

Verwijderen bedrijfsbestanden op 14 oktober, 27 november en 27 december 2020

Onder verwijzing naar logboeken van de gedeelde drive van haar server stelt Eos dat werkneemster grote hoeveelheden bedrijfsbestanden heeft verwijderd op 14 oktober, 27 november en 27 december 2020, hetgeen volgens Eos drie overtredingen van (met name lid 2 van) artikel 11 van de arbeidsovereenkomst oplevert. De kantonrechter volgt Eos hierin niet. Zelfs indien als vaststaand zou worden aangenomen dat werkneemster op genoemde data de bestanden heeft verwijderd, hetgeen werkneemster gemotiveerd betwist, dan is daarmee nog geen sprake van overtreding van het geheimhoudingsbeding. Lid 1 van artikel 11 van de arbeidsovereenkomst betreft een verbod om bedrijfsinformatie buiten de organisatie te brengen. Daarvan is geen sprake bij het verwijderen van gegevens. Lid 2 (en lid 3) van artikel 11 ziet alleen op informatie die persoonsgegevens bevat in de zin van de AVG. Dat de verwijderde bestanden persoonsgegevens bevatten in de zin van de AVG is door Eos niet gesteld.

Downloaden bedrijfsbestanden op 16 september, 13, 16 en 28 oktober 2020

Werkneemster betwist op zichzelf niet dat zij op de vier genoemde data de door Eos genoemde bestanden heeft gedownload. Voor wat betreft 16 september (77 bestanden) en 28 oktober 2020 (12 bestanden) stelt zij zich op het standpunt dat dit is gebeurd in de uitoefening van haar werkzaamheden voor Eos, ten behoeve van het herstructureren van mappen. Werkneemster heeft gedetailleerd toegelicht wat de herstructurering inhield, en waarom zij daar documenten voor heeft moeten en mogen downloaden. Eos heeft dit onvoldoende weersproken, zodat niet kan worden vastgesteld dat werkneemster door het downloaden van de bestanden op 16 september en 28 oktober 2020 het geheimhoudingsbeding heeft geschonden.

Dit is anders voor het downloaden van de ongebruikelijk grote hoeveelheid bestanden naar de privécomputer van werkneemster op 13 oktober (1.403 bestanden) en 16 oktober 2020 (1.723 bestanden). Werkneemster erkent deze downloads. Ter toelichting daarvan verklaart werkneemster dat zij op dat moment in onderhandeling was met Eos over de beëindigingsovereenkomst, wist dat zij op zoek moest gaan naar een andere baan, en dacht dat de bestanden misschien nog wel eens van pas zouden kunnen komen in een toekomstige functie. Dit is naar het oordeel van de kantonrechter in strijd met artikel 11 lid 4 van de arbeidsovereenkomst, waarin het werkneemster is verboden om zonder toestemming van de werkgever bescheiden in haar bezit te houden. Daarvoor is niet vereist dat de bescheiden worden gedeeld met derden.

Het verzenden van documenten naar het privé-e-mailadres van werkneemster op 24 oktober 2020

Eos verwijt werkneemster dat zij een opleidingsovereenkomst, POP-formulier, Beleid scholing en Begroting opleidingsplan van haar Eos-e-mailadres aan haar privé-e-mailadres heeft gezonden. Werkneemster betwist niet dat zij dit gedaan heeft, maar stelt dat zij daarmee het geheimhoudingsbeding niet heeft overtreden, omdat zij de documenten niet met derden heeft gedeeld. Dit verweer van werkneemster slaagt niet. Net als voor het downloaden van bestanden naar haar privécomputer geldt voor het verzenden van bestanden naar haar privé-e-mailadres dat dit een schending is van artikel 11 lid 4 van de arbeidsovereenkomst, waarin het werkneemster is verboden om zonder toestemming van de werkgever bescheiden in haar bezit te houden. Daarvoor is niet vereist dat de bescheiden worden gedeeld met derden.

Tot slot is niet komen vast te staan dat werkneemster op basis van een in november 2020 met Koel Jeugdzorg gesloten overeenkomst de regeling ter zake van nevenwerkzaamheden heeft overtreden. Werkneemster heeft derhalve in totaal drie keer het geheimhoudingsbeding overtreden, namelijk door het downloaden van bestanden op haar privécomputer op 13 en 16 oktober 2020, en door het verzenden van documenten naar haar privé-e-mailadres op 24 oktober 2020. Op grond van het boetebeding verbeurt werkneemster bij iedere overtreding een boete van € 5.000, zodat zij in beginsel een boete van € 15.000 verschuldigd is. De schendingen van het geheimhoudingsbeding op 13 en 16 oktober 2020 zijn strikt genomen twee verschillende overtredingen van het geheimhoudingsbeding, maar deze overtredingen zijn naar aard en inhoud gelijksoortig. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding om de boete voor de overtredingen op 13 en 16 oktober 2020 te matigen tot één keer € 5.000. De gevorderde boete wordt toegewezen tot een totaalbedrag van € 10.000. De door Eos gevorderde verklaring voor recht kan worden toegewezen voor wat betreft het geheimhoudingsbeding, maar niet voor wat betreft het beding ter zake van nevenwerkzaamheden.