Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 15 september 2022
ECLI:NL:GHSHE:2022:3178
Feiten
Werknemer is sinds 1 mei 2001 in dienst bij Nature’s Choice te Etten-Leur. Op enig moment is besloten om de productieafdeling van Nature’s Choice te Etten-Leur per 1 januari 2022 over te plaatsen naar een in Duitsland gevestigde zustervennootschap (Tinti) te Heidelberg. In september 2021 is deze overplaatsing aan werknemer medegedeeld. Op 5 oktober 2021 heeft (de gemachtigde van) werknemer aan Nature’s Choice laten weten dat de reisafstand naar Heidelberg voor hem meer dan 450 kilometer bedraagt en dat een verhuizing naar Duitsland, mede vanwege co-ouderschap en de gedeelde zorg voor zijn kinderen, niet tot de mogelijkheden behoort. Hij maakt dan ook bezwaar tegen de standplaatswijziging. Wel heeft werknemer aangegeven open te staan voor het sluiten van een beëindigingsovereenkomst. Partijen hebben over de inhoud van die overeenkomst geen overeenstemming bereikt. Werknemer heeft in eerste aanleg verzocht de arbeidsovereenkomst te ontbinden onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding van € 41.785,20 bruto (op grond van artikel 7:665 BW) en een billijke vergoeding van € 75.000 bruto. De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek van werknemer afgewezen – de arbeidsovereenkomst is vanwege de ondubbelzinnige weigering van werknemer om mee over te gaan van rechtswege geëindigd per 31 december 2021 – en aan werknemer toegekend (1) een vergoeding wegens het niet in acht nemen van de opzegtermijn, (2) de wettelijke transitievergoeding zoals verzocht en (3) een billijke vergoeding ten bedrage van € 14.000 bruto. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.
Oordeel
Het hof oordeelt als volgt.
Overgang van onderneming
Allereerst stelt het hof vast dat per 1 januari 2022 sprake is geweest van overgang van onderneming. De productieafdeling van Nature’s Choice te Etten-Leur is overgegaan naar Tinti te Heidelberg, met behoud van identiteit. De exploitatie, zijnde de productie van droge cosmetica, is op dezelfde wijze door Tinti voortgezet, met dezelfde leveranciers en dezelfde afnemers. Dat vele werknemers ervoor hebben gekozen niet mee over te gaan, doet niet af aan de kwalificatie van de overgang. Zij hebben het recht om mee over te gaan, maar behoeven daarvan geen gebruik te maken.
Transitievergoeding
Het hof overweegt dat het op de weg van Nature’s Choice en Tinti had gelegen om de werknemers voldoende openheid van zaken en duidelijkheid over de te maken keuzes te verschaffen en volledige voorlichting te geven omtrent hun rechtspositie. Aan deze informatieverplichting is met de mededeling in september 2021 niet voldaan. Integendeel, er is toen zelfs onjuiste informatie verstrekt ten aanzien van het recht op een transitievergoeding. Het was óf meegaan onder gelijkblijvende voorwaarden óf bezwaar maken, hetgeen leidt tot beëindiging zonder vergoeding. Deze handelwijze is naar het oordeel van het hof in strijd met goed werkgeverschap en met het bepaalde in artikel 7:665a BW. Hiermee komt vast te staan dat sprake is van een aanmerkelijke wijziging van de arbeidsvoorwaarden ten nadele van werknemer (in de zin van artikel 7:665 sub a BW), gelegen in de standplaatswijziging. Werknemer heeft dan ook recht op de transitievergoeding.
Geen ondubbelzinnige weigering
Werknemer komt in hoger beroep terecht op tegen het oordeel van de kantonrechter dat sprake is van een ondubbelzinnige weigering van werknemer om bij Tinti in dienst te treden, met als gevolg dat de arbeidsovereenkomst met Nature’s Choice van rechtswege is geëindigd. In de brief van 5 oktober 2021 staat niet expliciet dat werknemer weigert bij Tinti in dienst te treden. Hij maakt bezwaar tegen de wijziging van zijn standplaats. Voorts blijkt uit de brief dat hij niet instemt met een van rechtswege eindigen van het dienstverband met Nature’s Choice. Over de voorwaarden waaronder dat mogelijk is, wil hij in gesprek gaan, maar komen partijen er niet uit, dan is er geen einde gekomen aan het dienstverband. Het hof overweegt voorts dat uit de tekst van het verzoekschrift tot ontbinding evenmin blijkt dat werknemer niet in dienst wil treden van Tinti. Integendeel, de tekst gaat ervan uit dat werknemer daar per 1 januari 2022 van rechtswege in dienst is getreden. De consequentie is dat werknemer per 1 januari 2022 van rechtswege in dienst is getreden bij Tinti. De kantonrechter heeft, naar het oordeel van het hof, de verzoeken jegens Tinti ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het ontbindingsverzoek had moeten worden toegewezen. De standplaatswijziging is een omstandigheid van dien aard dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve of na korte tijd behoort te eindigen (artikel 7:671c BW). Het hof bepaalt dat de arbeidsovereenkomst met Tinti eindigt op 16 september 2022.
Billijke vergoeding
Van ernstige verwijtbaarheid aan de zijde van de werkgever is naar het oordeel van het hof geen sprake, zodat in hoger beroep wordt geoordeeld dat werknemer geen recht heeft op een billijke vergoeding.
Goed werkgeverschap en informatieverplichting
Het hof is van oordeel dat Nature’s Choice en Tinti hebben gehandeld in strijd met goed werkgeverschap door werknemer niet volledig te informeren. Met de kantonrechter is het hof eveneens van oordeel dat het in strijd met goed werkgeverschap is om onder de gegeven omstandigheden geen gehoor te geven aan het verzoek van werknemer om enkel te onderhandelen over een beëindiging van het dienstverband in het bijzijn van zijn advocaat. Het hof begroot de schade die werknemer als gevolg van die schending heeft geleden op € 4.000 netto (kosten rechtsbijstand) en veroordeelt Nature’s Choice en Tinti hoofdelijk tot betaling daarvan aan werknemer.